Dier lj.2, vissen soorten, bek, watertype, lichaam en anatomie

Vorige les: soorten opgezocht
Naam: _______________________________
kenmerken:
lengte: ___________ cm
type water: ______________ en _________
zwemniveau: ________________________
beksoort: ____________________________
overig: _______________________________
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GroenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vorige les: soorten opgezocht
Naam: _______________________________
kenmerken:
lengte: ___________ cm
type water: ______________ en _________
zwemniveau: ________________________
beksoort: ____________________________
overig: _______________________________

Slide 1 - Tekstslide

vorige les:
verschil tussen productiedieren en gezelschapsdier

Slide 2 - Tekstslide

Welke vis is hier afgebeeld?
A
koikarper
B
meerval
C
goudvis
D
neontetra

Slide 3 - Quizvraag

in wat voor type water zwemt deze vis?
A
tropisch zoet
B
tropisch zout
C
koud zoet
D
koud zout

Slide 4 - Quizvraag

waar vind je "zoet koud water"?
A
Noordzee
B
de Rijn in Duitsland
C
een golfstroom in de Caribieën
D
de Nijl in Egypte

Slide 5 - Quizvraag

Wat voor bek heeft deze vis?
A
onderstandig
B
eindstandig
C
bovenstandig
D
middenstandig

Slide 6 - Quizvraag

Welke vis komt voor in Nederlandse beken en rivieren?
A
neontetra
B
zonnebaars
C
anemoonvis
D
maanvis

Slide 7 - Quizvraag

Welke vissoort is dit?

Slide 8 - Open vraag

Welk watertype heeft dit zwarte visje nodig?
A
koud zout
B
warm zout
C
koud zoet
D
warm zoet

Slide 9 - Quizvraag

Een anemoonvis is territoriaal.
Wat doet deze vis?

Slide 10 - Open vraag

Waar in een aquarium zwemt deze vis?
A
oppervlakte
B
overal
C
midden
D
bodem

Slide 11 - Quizvraag

Welk type water vind je in de Waddenzee?
A
tropisch zout
B
tropisch zoet
C
koud zout
D
koud zoet

Slide 12 - Quizvraag

geperst korrelvoer wordt vooral gegeten door (meerdere antwoorden):
A
goudvis
B
gup
C
harnasmeerval
D
koikarper

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het grootste verschil bij het houden van dieren als productiedier of als gezelschapsdier?
A
mannetjes of vrouwtjes houden
B
de leeftijd van de dieren
C
de aantallen dieren
D
de grootte van de dieren

Slide 14 - Quizvraag

Welk cijfer wijst naar het orgaan "zwemblaas"?
A
5
B
17
C
8
D
13

Slide 15 - Quizvraag

welk lichaamsonderdeel zorgt voor evenwicht?
A
hersenen
B
vinnen
C
staart
D
zijlijn

Slide 16 - Quizvraag

Wat kan je zeggen over de lichaamstemperatuur van vissen?
A
aangepast aan omgeving
B
koudbloedig
C
warmbloedig
D
vis zorgt zelf voor zijn lichaamstemperatuur

Slide 17 - Quizvraag

waar eet deze vis zijn/haar voer?
A
in het midden van het aquarium
B
op de bodem van het aquarium
C
aan de oppervlakte van het aquarium
D
van de ramen van het aquarium

Slide 18 - Quizvraag

wat voor voer geef je deze vis?
A
geperste korrels
B
vlokken voer
C
voer dat snel naar de bodem zakt
D
voer dat langzaam naar beneden dwarrelt

Slide 19 - Quizvraag

welke vissoort wordt bedoeld?
"tropische vis, lengte 25 cm, zoet water, eet algen, zwemniveau: bodem"
A
harnasmeerval
B
neontetra
C
anemoonvis
D
gup

Slide 20 - Quizvraag