L'adjectif démonstratif

L'adjectif démonstratif (het aanwijzend voornaamwoord)
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

L'adjectif démonstratif (het aanwijzend voornaamwoord)

Slide 1 - Tekstslide

Les buts
Aan het einde van deze les:
  • Weet je wat het aanwijzend voornaamwoord is;
  • Ken je de regel om het aanwijzend voornaamwoord toe te passen;
  • Heb je geoefend met het toepassen van het aanwijzend voornaamwoord.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat is het aanwijzend voornaamwoord?
Het aanwijzend voornaamwoord wordt gebruikt om, soms figuurlijk, iets aan te wijzen. Je hebt het heel specifiek over een bepaald object. 
'Ik wil die fiets, ik wil dat snoepje, ik wil deze hond.' Het is direct duidelijk welk snoepje jij bedoelt. 

Slide 4 - Tekstslide

En français
In het Frans gebruiken we vier aanwijzende voornaamwoorden: 

Mannelijk enkelvoud
ce
Vrouwelijk enkelvoud
cette
Mannelijk klinker / h
cet
Meervoud
ces

Slide 5 - Tekstslide

Toepassing
  1. Kijk of het zelfstandig naamwoord meervoud of enkelvoud is. Meervoud? Dan is het 'ces'
  2. Is het enkelvoud? Kijk dan of het zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk is. Vrouwelijk? dan is het 'cette'
  3.  Mannelijk? Kijk nu of het zelfstandig naamwoord met een klinker of h begint. Begint het met een klinker of h? dan is het 'cet'
  4. Geen klinker of h? Dan is het 'ce'

Slide 6 - Tekstslide

Bonjour monsieur, oui j'ai choisi. Je voudrais ... chaise. Elle est trop belle!
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 7 - Quizvraag

Ce sont ... garçons qui ont cause le feu!
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Oefening
Oefeningen hierover vind je in je werkboek. Kijk voor de juiste pagina in de inhoudsopgave. Vergeet niet om je oefeningen ook na te kijken!

Slide 10 - Tekstslide