3H2_H6.1

Herhaling H6.1 
Sparen en lenen? 


Wat gaan we vandaag doen?

  • Uitleg en opdrachten met Lessonup;
  • Oefenen met rekenopdrachten in tweetallen;
  • Samenvatting/reflectie;
  • Huiswerk volgende les.


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H6.1 
Sparen en lenen? 


Wat gaan we vandaag doen?

  • Uitleg en opdrachten met Lessonup;
  • Oefenen met rekenopdrachten in tweetallen;
  • Samenvatting/reflectie;
  • Huiswerk volgende les.


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen H6.1: 
Aan het einde van de les kunnen jullie....

  • Spaarmotieven en leenmotieven noemen;
  • Rente berekenen over een spaarbedrag;
  • Kredietkosten uitrekenen van een lening.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sparen, waarvoor?!
A
Ik spaar voor iets wat ik heel graag wil (hebben).
B
Sparen? Ik kom altijd geld tekort!
C
Ik spaar maar weet niet precies waarvoor.
D
Ik hoef niet te sparen want ik krijg alles wat ik wil hebben.

Slide 3 - Quizvraag

Geen van de antwoorden is fout, maar het is interessant om te zien hoe de situatie in de klas is.
Sparen duurt te lang. Je kunt beter geld lenen, dan kun je meteen kopen wat je wilt.
A
Eens
B
Oneens

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sparen
Er zijn drie redenen om te sparen (spaarmotieven):

  • sparen voor een doel;
  • sparen voor de rente;
  • sparen uit voorzorg.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spaarrente
Je ontvangt alleen rente over de periode dat je het geld op de bank hebt staan => 
Bedrag jaarrente * (aantal maanden / 12) = rentebedrag over een periode

Voorbeeld: Spaarbedrag is EUR 2.500,-, rente 2% per jaar. Na drie maanden neem je het spaartegoed op. Hoeveel rente ontvang je?
  • Rentebedrag per jaar is EUR 50,- => over 3 maanden is: EUR 50,- * (3/12) = EUR 12,50.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lenen (leenmotieven)
Leenmotieven
  Je kunt om verschillende renenen geld lenen:

  • Tijdelijk geldtekort
  • Aankoop van een duurzaam consumptiemiddel
  • Aankoop van een woning (hypotheek)
  • Om een onverwachte tegenvaller op te vangen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kredietkosten
  • Het bedrag dat je meer betaalt dan de de hoogte van de lening

Rente

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je leent €1.000,- en betaald dit terug in maandelijkse termijnen van €25,-. De looptijd van de lening is 4 jaar. Bereken de kredietkosten.
A
€1.300
B
€300
C
€1.200
D
€200

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenopdrachten
  • Maken rekenopdracht 4 en 8  bladzijde 150
  • In tweetallen
  • ca. 10 minuten
  • Eerder klaar? maken opdracht 11 en 12
  • Daarna klassikaal bespreken



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk volgende les
Maken opdrachten 14, 15 en 16 (blz 136 en 137)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies