In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Thema 3 Je gezondheid
Oefentoets
Slide 1 - Tekstslide
Nicotine is een verslavende stof.
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quizvraag
Fruit eten hoort bij een gezonde leefstijl.
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quizvraag
Als je jonger bent dan 18 jaar hoef je geen premie te betalen voor je zorgverzekering.
A
Klopt
B
Klopt niet
Slide 4 - Quizvraag
Buikpijn kan invloed hebben op je humeur.
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quizvraag
Kunstmatige immuniteit ontstaat als je ziek bent geweest.
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quizvraag
Het is hygiënisch om regelmatig je handen te wassen.
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quizvraag
Spanning kan ervoor zorgen dat je slecht slaapt.
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quizvraag
Een gezonde leefstijl zorgt voor een betere conditie.
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quizvraag
Door een alcoholvergiftiging kun je in coma raken.
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quizvraag
Je mag alcohol kopen vanaf je zestiende.
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quizvraag
Elena ruimt haar eigen kamer op. Heeft dit met verzorging te maken?
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quizvraag
Een klein sneetje in je vinger kun je zelf verzorgen.
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Ruud zegt: ‘Uniek betekent: hetzelfde als alle andere mensen.’
Paul zegt: ‘Uniek betekent: anders dan ieder ander mens.’
Wie heeft gelijk?
A
Ruud
B
Paul
Slide 14 - Quizvraag
Cannabis kan ervoor zorgen dat je minder vruchtbaar wordt.
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
Marco kiest voor judo. Dennis kiest voor motorrijden. Irma zegt: ‘Ze kiezen verschillend doordat ze uniek zijn.’
Heeft Irma gelijk?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quizvraag
Een verpleegkundige heeft geheimhoudingsplicht.
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van hygiëne?
A
Gezond eten en sporten
B
Niet roken en weinig alcohol drinken
C
Schoonmaken en handen wassen
Slide 18 - Quizvraag
Hoe ontstaat natuurlijke immuniteit?
A
Doordat je bent ingeënt met een dode of zwakke ziekteverwekker
B
Doordat je een gezonde leefstijl hebt
C
Doordat je ziek was en je lichaam antistoffen heeft aangemaakt
Slide 19 - Quizvraag
Wat zijn redenen om géén alcohol te drinken? Er zijn twee antwoorden goed.
A
Alcohol hoort bij feest
B
Alcohol is duur
C
Alcohol is ongezond
D
Alcohol maakt je ontspannen
Slide 20 - Quizvraag
Op welke plaatsen mogen mensen roken? Er zijn twee antwoorden goed.
A
Café
B
Gemeentehuis
C
Rokersruimte op het werk
D
Terras
Slide 21 - Quizvraag
Wat voor soort ziekte is de ziekte van Pfeiffer?
A
Aangeboren ziekte
B
Erfelijke ziekte
C
Infectieziekte
D
Leefstijlziekte
Slide 22 - Quizvraag
Welke stof in tabaksrook is verslavend?
A
Koolstofmonoxide
B
Nicotine
C
Teer
Slide 23 - Quizvraag
Hoeveel promille alcohol mogen volwassen bestuurders maximaal in hun bloed hebben?
A
0,3 promille
B
0,4 promille
C
0,5 promille
Slide 24 - Quizvraag
Zelfzorg
Mantelzorg
Professionele zorg
De apotheker heeft de
medicijnen gemaakt.
Mohammed gaat meer
sporten om zijn conditie te verbeteren.
Mohammed slikt zijn medicijnen.
De huisarts heeft medicijnen
voorgeschreven.
Zijn moeder brengt iets te drinken.
Zijn vrienden komen langs.
Slide 25 - Sleepvraag
22 Welke redenen hebben Abdel, Kate en Lisa? Vul de ontbrekende woorden in. 1 Abdel gebruikt geen alcohol omdat … 2 Kate gebruikt geen snoep omdat … 3 Lisa gebruikt geen tabak omdat …
Slide 26 - Open vraag
Een hulpmiddel om te stoppen met roken is het gebruik van pleisters met nicotine. 23 In welke situatie kan iemand die niet wil stoppen met roken, tóch nicotinepleisters gebruiken?
Slide 27 - Open vraag
Na korte tijd
Na lange tijd
Je hebt een kater
Je reageert traag
Je kunt niet zonder alcohol
Alcohol beschadigt je hersenen, je maag en je lever