Europa

Politiek
Europa
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Politiek
Europa

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel
  1. Je hebt kennis van hoe de Europese politiek is georganiseerd.
  2.  Je hebt kennis van het ontstaan van Europa als politieke gemeenschap

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wil je deze les leren?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft deze afbeelding met politiek te maken?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie definities van politiek
Alles waar de overheid mee te maken heeft of zou moeten hebben

Politiek is het streven naar een goede samenleving

Politiek is het vraagstuk over wie de macht heeft.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Rokeach test
Politieke stromingen
Links en recht:

Je kunt dat vanuit economisch beleid of vanuit ethisch beleid indelen. (Woerdman)

Maar ook van identiteit/internationale oriëntatie (Kriesi)
kosmopolitisme (links) versus nationalisme (rechts)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke stromingen
Liberalisme
Imperialisme
Conservatisme
Ecologisme
Socialisme
Feminisme
Populisme
Nazisme
Nationalisme
Fascisme

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er is veel te doen over populisme.
Wat zijn kenmerken van populisme?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken populisme
  • Komt op het voor het volk, vertegenwoordigt het volk (tegenover de elite)
  • Volk wordt mono-etnisch ingedeeld
  • Zet zich af tegen de elite
  • Kent een duidelijke leider
  • Problemen zijn niet ingewikkeld, andere politici maken ze ingewikkeld.     (Omdat ze andere belangen dienen, eigen belang en/of belangen bedrijfsleven/buitenland)


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie kent het Europese volkslied?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

entente cordiale: hartelijke verstandhouding (Marokko en Egypte, maar eigenlijk Duitsland)

Triple Entente Rusland (2-fronten oorlog kunnen voeren)

Slide 15 - Tekstslide

groot maar zwak, bosnie als laatste provincie.
Servie

Slide 16 - Tekstslide

Ottomaanse rijk, zieke man Europa
griekenland 1820, de hele Balkan 19e eeuw onafhankelijk

Servie is de luis in de pels, Rusland
Macht Servië door Rusland
Rusland beschermer van Slavische volken al eeuwen.
Slavische taal
Oostslaven: Rusland, Wit-Rusland en Oekraïne
Westslaven: Polen, Tsjechië, Slowaken
Zuidslaven (Joegoslaven) is Balkan

Ambitie Servië is groot zuid Slavisch rijk

Slide 17 - Tekstslide

Zwarte Zee is essentieel voor Rusland, maar heeft geen warm water haven.

Slide 18 - Tekstslide

Groeiend nationalisme (Duitse oorlogsvloot bedreigend voor Engelse Hegemonie) 1870 Frankrijk oorlog verklaard tegen Pruisen. (kroonprins Spanje en dat wilde Frankrijk niet) Napoleon III in de pan gehakt, Elzas ingenomen en in machtscentrum van Franrijk (spiegelzaal in versailles) werd Duitse Rijk uitgeroepen. Bismarck.

Duitsland ontstaan
Duitse taal, Duits volk, maar het was geen staat
Pruisen (Bismarck) heeft verschillende Duitse landen samengevoegd tot een Keizerrijk.
1870-1871 Frans- Pruisische oorlog. (Elzas en Lotharingen geannexeerd --> vergelijking Krim)
Keizerrijk Duitsland werd uitgeroepen in spiegelzaal in Versailles.

Slide 19 - Tekstslide

Frankrijk bijzonder vernederend.
Daarom alliantie met Rusland, vanuit revanche gevoelens.

Slide 20 - Tekstslide

Er ontstonden allianties, samenwerking tussen landen. Rusland wilde graag toegang tot Middellandse Zee, Engeland wilde Duitsland in toom en Frankrijk zag vooral Duitsland-Oostenrijk -Hongarije als bedreiging en werkte samen met Russen. Von Schlieffenplan (Niet op 2 fronten, dus blitskrieg Frankrijk)

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1945 de puinhopen van 2 oorlogen
90 miljoen doden (30 om 60 miljoen)

Slide 22 - Tekstslide

(foto Bergen Belsen is van George Rodger)
Veiligheidsdilemma
Staten even sterk aan elkaar zorgt voor vrede.
Hierdoor ontstaat een hegemonistische ambitie van staten



Slide 23 - Tekstslide

hegemonie (oost-west) over de ander willen heersen is hegemonie.


Geef in twee woorden aan wat Jean Monnet, 'vader van Europa' gedaan heeft om het veiligheidsdilemma te slechten?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Intergouvernementeel is samenwerking met autonomie van lidstaten.

2. Supranationaal is een staatsoverstijgend orgaan.

A
Beide stellingen zijn juist
B
Alleen stelling 1 is juist
C
Alleen stelling 2 is juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

EU 1993 supranationaal en intergouvernementeel
(na verdrag Maastricht 1992)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subsidiariteitsbeginsel
Lidstaat of EU bevoegd?
Verdrag van Lissabon

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Raad van ministers en Raad van Europese Unie
In het vorige plaatje stond de raad voor de Europese Unie niet vermeldt. Wat doet dit orgaan?

Slide 29 - Open vraag

De Raad van de Europese Unie is de vergadering van ministers uit de nationale regering van elke lidstaat die bijeenkomt om wetten aan te nemen en het beleid af te stemmen. De samenstelling van deze vergaderingen verschilt afhankelijk van het te bespreken onderwerp. De Raad van de EU neemt samen met het Europees Parlement besluiten over Europese wetten.
Wetgevingsprocedure EU

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies