1 Lees de tekst die je krijgt van je docent.
2 Bedenk met een medestudent:
- twee soorten vragen met
- drie of vier antwoorden.
3 Schrijf de vragen en antwoorden op het blaadje met de tekst.
- omcirkel het goede antwoord
- arceer het tekstgedeelte waar het antwoord kunt vinden.
4 Lever je blaadje in bij je docent.
5 Tijd over? Oefen met een voorbeeldexamen op www.oefenen.facet.onl