les 43 Moeilijke woorden

Wat gaan we doen vandaag?

1. Uitleg les 43
2. Oefenen
3. Zelfstandig werken
4. Afsluiting 







1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?

1. Uitleg les 43
2. Oefenen
3. Zelfstandig werken
4. Afsluiting 







Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les weet je hoe je de betekenis van woorden, die je nog niet kent, kunt achterhalen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn
woordraadstrategieën?

Slide 3 - Woordweb

Woordraadstrategieën
1. synoniem 
2. omschrijving 
3. samenstelling
4. tegenstelling
5. bekend woorddeel

Slide 4 - Tekstslide

Woordraadstrategie synoniem

Zoek naar een synoniem: een ander woord met bijna dezelfde betekenis.



Voorbeelden:
ogenblik - moment
huis - woning
exact - precies

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een synoniem?
A
een ander woord voor een bepaald woord
B
een voorbeeld
C
een tegenstelling
D
een woord met meerdere betekenissen

Slide 6 - Quizvraag

Woordraadstrategie omschrijving
De schrijver geeft al een omschrijving/uitleg van het woord.

  • Mijn oma is geholpen aan staar, een aandoening waarbij de lens is vertroebeld.
  • Misofonie, mensen die zich ergeren aan bepaalde, op zich onschuldige, geluiden, zoals luid ademen en harde muziek uit oordopjes.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een synoniem en een omschrijving?

Slide 8 - Open vraag

Woordraadstrategie tegenstelling vinden:
  • Tegenstellingen zijn woorden die elkaars tegenovergestelde zijn.

  • Zoek je een tegenstelling? Let dan op de volgende woorden: maar, echter, toch, daarentegen.

  •  Voorbeeld: Vol - Leeg                   Open - Gesloten
Bijvoorbeeld:
Goedkoop - duur
begrijpelijk - onbegrijpelijk

Slide 9 - Tekstslide

Woordraadstrategie bekend woorddeel:

Soms kun je de betekenis van een onbekend woord begrijpen, doordat je al een deel van het woord kent. 


Bijvoorbeeld:

  •  Onacceptabel
  •  Boosheid
  •  Respectloos


Slide 10 - Tekstslide

Samenstelling
'parkeergarage'
 
Het woord is een samenstelling van 'parkeer' en 'garage'

Parkeergarage is dus een garage om in te parkeren...




Slide 11 - Tekstslide

Wat denk je dat het woord 'zeepdoos' betekent?

Slide 12 - Open vraag

Context
Woorden kunnen verschillende betekenissen hebben, het ligt aan de context welke betekenis je moet gebruiken.

Door de tekst te lezen kom je te weten wat de betekenis van een woord is.

Voorbeeld:
1. De straf die de rechter heeft opgelegd is volgens veel mensen terecht.
2. De weggelopen hond was na uren zoeken nog steeds niet terecht.

Slide 13 - Tekstslide

Wat betekent 'bevallen' in de zinnen:
1. Ze is bevallen van een gezonde tweeling.
2. Dat restaurant is ons goed bevallen.

Slide 14 - Open vraag


  • We gaan zo luisteren naar een fragment uit een musical: Musical Mary Poppins
  • Mary Poppins verzint een nieuw woord:
  • Supercalifragilisticexpialidasties
  • Vraag: wat betekent dit woord? Luister goed naar de tekst. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Schrijf op wat supercalifragilisticexpialidasties betekent.

Klaar? Bespreek met je buur.
timer
1:30

Slide 17 - Tekstslide

supercalifragilisticexpialidasties
super
formidabel
geweldig
het einde
fantastisch
kolossaal
reusachtig 

Slide 18 - Tekstslide

supercalifragilisticexpialidasties
super
formidabel
geweldig
het einde
fantastisch
kolossaal
reusachtig 

"weer wat anders dan reusachtig, mooi en prachtig" 
en 
"Als je je geweldig voelt, maar zo geweldig dat je meer dan alleen geweldig wilt zeggen"

Slide 19 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Wat?
Les 43 opdracht 1, 2, 3, 7, 10 en 11  bladzijde 90/91
Hoe?
Lees de vraag, beantwoord hem. Moeilijk? Vraag eerst je buurman/vrouw om hulp, dan pas docent.
Klaar?
Ga verder met stillezen
Tijd?
25 minuten. 

Slide 20 - Tekstslide

Lesdoel behaald?
Wat zijn woordraadstrategieën?

Slide 21 - Woordweb

Wat betekent 'terecht' in deze context?

De straf die de voetballer kreeg was niet terecht. Het sloeg nergens op dat hij een jaar werd geschorst.

Slide 22 - Open vraag

Wat betekent 'terecht' in deze context?
Na uren zoeken was de hond terecht. Zijn baasje was dolblij.

Slide 23 - Open vraag

Betekenis van 'terecht'
1. Na uren zoeken was de hond terecht.
= teruggevonden.
2. De straf die de voetballer kreeg was niet terecht.
= gerechtvaardigd.

=> Conclusie: context is belangrijk voor de juiste vertaling van het moeilijke woord.

Slide 24 - Tekstslide