Hoe ziet het jaar 3023 eruit?

Hoe ziet het jaar 3023 eruit?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 3,4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe ziet het jaar 3023 eruit?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen leerlingen een beschrijving geven over hoe zij denken dat het jaar 3023 eruit ziet en kunnen zij aangeven welke onderdelen van nu dan ook nog bestaan en wat er veranderd is. Ze maken hierbij een creatieve verwerking

Slide 2 - Tekstslide

Geef aan het begin van de les het leerdoel duidelijk aan de leerlingen. Dit zorgt voor focus en structuur gedurende de les.
Leerdoel

Slide 3 - Tekstslide

Geef aan het begin van de les het leerdoel duidelijk aan de leerlingen. Dit zorgt voor focus en structuur gedurende de les.
Wat weet jij al over hoe de toekomst eruit kan zien?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Geef aan het begin van de les het leerdoel duidelijk aan de leerlingen. Dit zorgt voor focus en structuur gedurende de les.
Brainstorm
Brainstorm samen over hoe de toekomst eruit zou kunnen zien. Wat verandert er? Welke technologieën zijn er in 3023?

Slide 6 - Tekstslide

Laat de leerlingen eerst individueel brainstormen en laat ze daarna samenwerken in groepjes. Geef ze ongeveer 10 minuten om hun ideeën op te schrijven.
Onderdelen van nu
Welke onderdelen van nu denk je dat er over 1000 jaar nog steeds bestaan? Denk aan bijvoorbeeld sporten, muziek en voedsel.

Slide 7 - Tekstslide

Laat de leerlingen eerst individueel nadenken over welke onderdelen van nu nog steeds zouden kunnen bestaan in de toekomst. Laat ze daarna in groepjes discussiëren over hun ideeën en laat ze een lijst maken.
Veranderingen
Welke veranderingen denk je dat er zijn in 3023? Denk aan bijvoorbeeld klimaatverandering, technologische ontwikkelingen en demografische veranderingen.

Slide 8 - Tekstslide

Laat de leerlingen eerst individueel nadenken over welke veranderingen er zouden kunnen zijn in de toekomst. Laat ze daarna in groepjes discussiëren over hun ideeën en laat ze een lijst maken.
Veranderingen
Vul dit schema in tweetallen
in n.a.v. de
brainstromsessie

Slide 9 - Tekstslide

Laat de leerlingen eerst individueel nadenken over welke veranderingen er zouden kunnen zijn in de toekomst. Laat ze daarna in groepjes discussiëren over hun ideeën en laat ze een lijst maken.
Creatieve verwerking
Maak nu een creatieve verwerking van jullie ideeën over hoe de toekomst eruit zou kunnen zien. Dit kan in de vorm van een tekening, collage, verhaal, bouwwerk of iets anders creatiefs.

Slide 10 - Tekstslide

Laat de leerlingen ongeveer 30 minuten de tijd om hun creatieve verwerking te maken. Geef ze ook de mogelijkheid om hun ideeën te presenteren aan de klas.
Uitwisselen
Wissel jullie creatieve verwerkingen uit met elkaar en bespreek de overeenkomsten en verschillen.

Slide 11 - Tekstslide

Laat de leerlingen in groepjes elkaars creatieve verwerkingen bekijken en bespreken. Laat ze daarna hun bevindingen delen met de rest van de klas.
Reflectie
Reflecteer individueel op wat je hebt geleerd vandaag. Wat vond je het leukst? Wat vond je het moeilijkst?

Slide 12 - Tekstslide

Laat de leerlingen ongeveer 10 minuten de tijd om individueel te reflecteren op wat ze hebben geleerd vandaag.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.