Oefentoets H 2 Mengen en scheiden

Oefentoets 
H 2.2 Mengen en scheiden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Oefentoets 
H 2.2 Mengen en scheiden

Slide 1 - Tekstslide

Geef de omschrijving van een emulsie en geef een voorbeeld

Slide 2 - Open vraag

Geef de omschrijving van een oplossing en geef een voorbeeld

Slide 3 - Open vraag

Als je een kopje thee zet maak je gebruik van 2 verschillende scheidingsmethoden. Welke zijn dat?

Slide 4 - Open vraag

als je filtreert maak je gebruik van een verschil in een stofeigenschap.
Welke is dit?

Slide 5 - Open vraag

als je indampt maak je gebruik van een verschil in een stofeigenschap.
Welke is dit?

Slide 6 - Open vraag

Hoe heet een mengsel van 2 metalen?

Slide 7 - Open vraag

Leg uit wat het verschil is tussen een homogeen mengsel en een heterogeen mengsel

Slide 8 - Open vraag

welke scheidingsmethode heb je nodig om zand en water te scheiden?
A
indampen
B
filteren
C
extraheren

Slide 9 - Quizvraag

welke scheidingsmethode heb je nodig om suiker uit suikerbieten te halen?
A
indampen
B
filtreren
C
extraheren

Slide 10 - Quizvraag

welke scheidingsmethode heb je nodig om koffie te zetten?
A
indampen
B
filtreren
C
extraheren

Slide 11 - Quizvraag

Hoe heet de scheidingsmethode waarbij je actieve koolstof gebruikt?

Slide 12 - Open vraag

hoe heet het mengsel van een vloeistof om een gas heen
A
schuim
B
nevel/mist
C
rook

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heet het mengsel van een vloeistof met gas er omheen?

A
schuim
B
nevel/mist
C
rook

Slide 14 - Quizvraag

Hoe heet het mengsel van vaste deeltjes in een gas?
A
schuim
B
nevel/mist
C
rook

Slide 15 - Quizvraag

Waar bevindt het filtraat zich na het filtreren?
A
in het filter
B
in de reageerbuis of erlenmeyer

Slide 16 - Quizvraag

Waar bevindt het residu zich na het destilleren?
A
in de destillatiekolf
B
in de condensatiekoeler
C
in de erlenmeyer

Slide 17 - Quizvraag

Legeringen kan je vinden in
tabel ...... van je Binas.
A
15
B
40
C
37
D
42

Slide 18 - Quizvraag