Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H3.2
Welkom
4 MAVO || 2020-2021
Hoofdstuk 3 - We gaan voor de winst
Exameneenheid Arbeid en productie
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom
4 MAVO || 2020-2021
Hoofdstuk 3 - We gaan voor de winst
Exameneenheid Arbeid en productie
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Nakijken
Vorige les
Lesdoelen
Theorie
Aan de slag
Evaluatie
Slide 2 - Tekstslide
Nakijken t/m 12
Slide 3 - Tekstslide
Vragen?
Slide 4 - Tekstslide
Schrijf op het rijtje van kostprijs naar consumentenprijs
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Bespreken opdracht 7 en 11 / 12
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les
Kun je de brutowinst en nettoresultaat berekenen
Slide 11 - Tekstslide
Hoe kunnen we de winst berekenen?
Slide 12 - Woordweb
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Voorbeeld
Je koopt 400 telefoonhoesjes in voor € 2.300 en verkoopt ze voor € 16,50 per stuk. Aan bedrijfskosten ben je € 1.950 kwijt.
Bereken het nettoresultaat
De omzet is: 400 × € 16,50 = € 6.600
De brutowinst is: 6.600 – € 2.300 = € 4.300
Het nettoresultaat is: 4.300 – € 1.950 = € 2.350 (nettowinst)
Slide 15 - Tekstslide
B(elasting) T(oegevoede) W(aarde)
Als je ondernemer bent, kijk je bij het berekenen van de resultaten alleen naar de bedragen exclusief btw.
De btw die je van je klanten ontvangt, moet je betalen aan de Belastingdienst.
Alle btw die je betaald hebt over je inkopen en bedrijfskosten, krijg je terug. Voor een ondernemer kost de btw per saldo dus niets.
Slide 16 - Tekstslide
Aan de slag
Maken opdracht 13, 14, 15, 16
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!
15 minuten daarna bespreken
Slide 17 - Tekstslide
Welkom
4 MAVO || 2021-2022
Hoofdstuk 3 - We gaan voor de winst
Exameneenheid Arbeid en productie
Slide 18 - Tekstslide
Programma
Nakijken
Vorige les
Lesdoelen
Theorie
Aan de slag
Evaluatie
Slide 19 - Tekstslide
Nakijken t/m 16
Slide 20 - Tekstslide
Vragen?
Slide 21 - Tekstslide
Hoe heb je je huiswerk gemaakt?
A
B
C
Slide 22 - Quizvraag
Bespreken opdracht 15 en 16
Pak je boek
Pak je schrift
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Antwoord
Als hij de prijs verhoogt, kan zijn afzet dalen, waardoor de omzet ook kan dalen.
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
a Brutowinst = € 138.000 – € 84.000 = € 54.000.
Nettowinst = € 54.000 – € 43.500 = € 10.500.
b Bij de verkoop ontvangen btw 0,06 × € 138.000 = € 8.280.
Bij de inkoop betaalde btw 0,06 × € 84.000 = € 5.040.
Over de bedrijfskosten betaalde btw 0,21 × € 43.500 = € 9.135.
In totaal betaalde btw = € 5.040 + € 9.135 = € 14.175
Het verschil is € 8.280 – € 14.175 = € 5.895.
c De groothandel krijgt dit van de Belastingdienst terug.
Slide 27 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les
Kun je arbeidsproductiviteit beschrijven
Kun je verklaren hoe arbeidsproductiviteit kan toenemen
Kun je beschrijven wat de productiecapaciteit van een bedrijf is
Slide 28 - Tekstslide
Schrijf op....
Het rijtje van kostprijs naar consumentenprijs
Het rijtje van Omzet naar nettoresultaat
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Bedrijven willen altijd nog meer winst maken
Slide 31 - Tekstslide
Arbeidsproductiviteit
Arbeidsproductiviteit
= de productie per werknemer in een bepaalde tijd (bijvoorbeeld per uur of per week).
Met een hogere arbeidsproductiviteit kun je met evenveel mensen meer produceren in dezelfde tijd. Of evenveel produceren, maar dan met minder mensen.
De kostprijs per product wordt dan lager.
Slide 32 - Tekstslide
Arbeidsproductiviteit kan toenemen door:
technologische ontwikkelingen:
mechanisatie en automatisering
scholing
: door bijvoorbeeld cursussen kun je het werk beter en sneller doen
arbeidsverdeling
of specialisatie: de werkzaamheden worden zo verdeeld, dat iedereen doet waar hij of zij goed in is
prestatieloon
: je krijgt als afdeling of werknemer een bonus als je een bepaalde productie hebt behaald.
Slide 33 - Tekstslide
Leg uit waarom de kostprijs per product lager wordt als de arbeidsproductiviteit stijgt
Slide 34 - Open vraag
Voorbeeld arbeidsproductiviteit
1 werknemer maakt 10 hoesjes per uur
Loon is €20 euro per uur.
Loonkosten = €20,00 : 10 = €2,00
Werknemer heeft een cursus gehad
1 werknemer maakt 20 hoesjes per uur
Loonkosten = €20,00 : 20 = €1,00
Gevolg? → Kostprijs daalt (het is immers goedkoper een product te maken)
Slide 35 - Tekstslide
Productiecapaciteit
Productiecapaciteit
= de maximale hoeveelheid producten die een bedrijf kan maken.
De productiecapaciteit wordt bepaald door:
het aantal mensen dat bij het bedrijf werkt
het aantal uren dat zij werken
de machines (kapitaalgoederen) die worden gebruikt
Slide 36 - Tekstslide
Aan de slag
Maken H3.2
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd
Slide 37 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
hoofdstuk 3
November 2023
- Les met
18 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
§3.2
Oktober 2022
- Les met
19 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Hoofdstuk 3 paragraaf 2
November 2017
- Les met
43 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Paragraaf 3.1 en 3.2 nakijken
November 2018
- Les met
24 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
§ 3.2 Hoeveel levert het op?
Oktober 2021
- Les met
28 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Herhaling 1e Tentamen 4TL - Waarover willen jullie nog extra uitleg?
Maart 2022
- Les met
40 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
3.2 Hoeveel levert het op?
Augustus 2018
- Les met
44 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
3.2 Winst of verlies?
Augustus 2018
- Les met
39 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld