Spelling G.O. 2 - les 2: Ei-ij, categorie 5 eer-oor-eur, categorie 26 garagewoord

G.O. 2 - les 2
Spelling
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

G.O. 2 - les 2
Spelling

Slide 1 - Tekstslide

Wat is Staal?

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten we straks?
Wat weten we van vorige week?
11. Verkleinwoord

4. Plankwoord
3. Luchtwoord
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weten we straks?
Wat weten we straks?
26. garagewoord

5. eer-oor-eur
ei-ij
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Categorie 5: 
eer-oor-eur
Regel:
eer-oor-eur-woord. Ik schrijf ee, oo, eu.

Voorbeeld:
Eer: beer (ik schrijf ee)
oor: karnivoor (ik schrijf oo)
eur: kleur (ik schrijf eu)

Filmpjes
Link naar: Nederlandse School in Bethesda
Link naar: Meester Jasper

Slide 8 - Tekstslide

Categorie 26: Garagewoord
Regel:
Garagewoord. Ik hoor /zj/ maar ik schrijf g.

Voorbeelden: 
Garage, etage, etalage, stellage

Filmpjes:
Link naar: Nederlandse School in Bethesda
Link naar: Meester Jasper

Slide 9 - Tekstslide

Spel 1: Schrijf je rot!
  1. Maak groepjes van 3.
  2. Kom met je groepje naar mij.
  3. Ga met je groepje aan een tafel zitten. 
  4. Verdeel het blad in 3 delen.
  5. Juf zegt start: schrijf zoveel mogelijk woorden op die bij de categorie horen (1,5 min.). 
  6. Na 1,5 min:  een andere categorie.
Regels
  1. Gebruik je groepjesstem.
  2. Iedereen moet 1x geschreven hebben. 

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 2: Dictee buddy's
  1. Loop langs de tafels met bladen.
  2. Lees de woorden. Onthoudt woorden die jij moeilijk vindt.
  3. Schrijf een dictee voor je buddy. Van elke categorie 5 woorden (totaal 15).  
  4. Dictee klaar? Vraag aan je buddy of je het mag afnemen. 
  5. Kijk het dictee van je buddy na. De fouten leg je uit. Vertel hoe het WEL moet.
  6. Lever de gemaakte dictees in bij het vak Nederlands.
Regels
  1. Als je langs de tafels loopt, is je mond dicht!! Zo niet, consequenties.
  2. Op je dictee komt je eigen naam, de naam van je buddy en het leerplein.
  • Mijn naam: ....
  • Naam buddy: .....
  • Leerplein:.....
  3. Als je het dictee doet lees je zachtjes voor. 
  4. Ik wil niets anders horen dan het dictee of uitleg.
Tip: Gebruik de PowerPoint voor de regels.

Slide 11 - Tekstslide


Slide 12 - Open vraag

Wat weten we straks?
Wat weten we straks?
26. garagewoord

5. eer-oor-eur
ei-ij
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.

Slide 13 - Tekstslide

Ik weet wat ei-ij woorden zijn.
Ik ken de regel en kan dit toepassen.
A
Ja
B
Nee
C
Ik ken alleen de regel.
D
Ik kan het alleen toepassen.

Slide 14 - Quizvraag

Ik weet wat eer-oor-eur- woorden zijn (categorie 5)
Ik ken de regel en kan dit toepassen.
A
Ja
B
Nee
C
Ik ken alleen de regel.
D
Ik kan het alleen toepassen.

Slide 15 - Quizvraag

Ik weet wat garagewoorden zijn (categorie 26)
Ik ken de regel en kan dit toepassen.
A
Ja
B
Nee
C
Ik ken alleen de regel.
D
Ik kan het alleen toepassen.

Slide 16 - Quizvraag

Ik ben klaar voor het dictee!
A
Ja, natuurlijk.
B
Niet helemaal, maar ik ga mijn best doen.

Slide 17 - Quizvraag