HA - week 13 - Woordenschat H4

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Doe mee met LessonUp
Zorg dat je de planning in de gaten houdt.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Doe mee met LessonUp
Zorg dat je de planning in de gaten houdt.

Slide 1 - Tekstslide

- Welkom!
- Woordenschat H4: theorie + woordenlijst
- Aan de slag!

Doel:
- Je kunt onbekende woorden raden door een voorbeeld in de tekst te zoeken;
- Je kunt voorbeelden vinden aan de hand van signaalwoorden


Wat gaan we doen vandaag:

Slide 2 - Tekstslide

Theorie woordenschat H5 in het kort:
Pleonasme: je voegt een eigenschap van iets toe in een uiting, terwijl dat niet nodig is of al vanzelf spreekt. 
Tautologie: je zegt/schrijft twee keer hetzelfde, in andere woorden, achter elkaar. 

Let op: soms maken een pleonasme of een tautologie een tekst sterker.  Soms juist niet. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Ronde cirkel
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 5 - Quizvraag

De mondelinge bespreking
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 6 - Quizvraag

Het is gratis en voor niets.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 7 - Quizvraag

Die spullen worden gewoon gratis weggegeven.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 8 - Quizvraag

Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 9 - Quizvraag

De bal is omlaag gevallen
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 10 - Quizvraag

Nog even iets extra's:
Pleonasme: je voegt een eigenschap van iets toe in een uiting, terwijl dat niet nodig is of al vanzelf spreekt. De woorden die gebruikt worden, behoren niet tot dezelfde woordsoort.

Tautologie: je zegt/schrijft twee keer hetzelfde, in andere woorden, achter elkaar. Hier worden wel vaak dezelfde woordsoorten gebruikt.

Let op: soms maken een pleonasme of een tautologie een tekst sterker.  Soms juist niet. Hier gaan we in een volgende les op in.

Slide 11 - Tekstslide

Wis en waarachtig is een
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 12 - Quizvraag

Het is precies exact hetzelfde.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 13 - Quizvraag

Kwaadwillige laster veroorzaakt veel verdriet.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 14 - Quizvraag

Het koude ijs zat als een dikke laag op de autoruit.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 15 - Quizvraag

In het kort:
Pleonasme: je voegt een eigenschap van iets toe in een uiting, terwijl dat niet nodig is of al vanzelf spreekt. 
Tautologie: je zegt/schrijft twee keer hetzelfde, in andere woorden, achter elkaar. 

Let op: soms maken een pleonasme of een tautologie een tekst sterker.  Soms juist niet, dan noem je het een stijlfout. 

Slide 16 - Tekstslide

Wat:  eigen leerlijn woordenschat H4 
- Je begrijpt pleonasme en tautologie
- Je kent de woorden uit de woordenlijst

Wanneer: Vandaag, volgende week herhalen (gedeelte van één les)
Hoe: werk netjes. Leer de woorden uit de woordenlijst! 

Aan de slag

Slide 17 - Tekstslide

Stillezen
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Hoeveel weet jij nog van het nieuws van de afgelopen week?

Ga naar de LessonUp die hierna gestart wordt en doe mee met de quiz (kijk uit, de tijd loopt automatisch door!)
Nieuwsquiz

Slide 19 - Tekstslide