Les 5A - Strijd tussen koning en paus

Herhaling H5
Strijd tussen koning 
en paus
paragraaf 6.4
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H5
Strijd tussen koning 
en paus
paragraaf 6.4

Slide 1 - Tekstslide

  • Vandaag in de geschiedenis
  • Uitleg investituurstrijd
  • Invulverhaal
  • Inspraak
  • Quiz
Plan vandaag
Leerdoel: je kunt verklaren waardoor vorsten meer of minder macht kregen.
Je kunt uitleggen hoe vorsten samenwerkten met de drie standen

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag in de geschiedenis
5 juni
1989 - Tijdens de studentenopstand in Beijing stopt één man (tankman) voor het oog van de camera's een colonne tanks.

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag in de geschiedenis
6 juni
1964- De Beatles geven twee concerten in de veilinghal in de Nederlandse plaats Blokker.
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

     Investituurstrijd 1075-1122
Investituur is de plechtige benoeming van een
bisschop.

Wie mag de bisschop benoemen?
De koning of de paus?

Hét conflict van de 11e eeuw

Slide 6 - Tekstslide

Koning
Paus
Duitsland
Rome
Benoemt hertogen, graven en bisschoppen
geestelijke macht
wereldlijke macht
wordt machtiger
verliest macht

Slide 7 - Sleepvraag

Neem de tekst over en vul de missende woorden in
In de ......e eeuw vindt de strijd tussen de ........ en de ....... plaats. Zij zijn het oneens over wie de ......... mag benoemen. Uiteindelijk eindigde de ...........strijd in 11.. . Hierdoor verloor de Duitse vorst veel macht. Andere koningen uit .......... en Engeland wilde meer macht. Door opbrengsten van …… uit steden konden zij meer ....... in dienst nemen. Ook versterkte zij hun ....... Koningen gingen hun land steeds meer als eenheid besturen. Dit noem je .......... . Het land werd ook vanuit één plek bestuurd, deze ontwikkeling                       heet: .......... . De macht van ....... werd hierdoor kleiner
Neem de tekst over en vul de missende woorden in

Slide 8 - Tekstslide

Centralisatie
Koningen gingen hun land steeds meer als eenheid besturen: staatsvorming
  • meer geld uit steden en belasting
  • bestuur vanuit één plek: centralisatie
  • edelen verliezen macht, leenstelsel verdwijnt


Slide 9 - Tekstslide

In de Middeleeuwen was de samenleving verdeeld in een standenmaatschappij. Sleep de drie standen naar de juiste plek in de afbeelding:
Bidden
Beschermen
Werken
Adel
Boeren
Geestelijken
2e stand
1e stand
3e stand

Slide 10 - Sleepvraag

Drie standen
In de middeleeuwen bestond de samen-
leving uit drie standen:
De burgers wilden meer inspraak


Vorsten roepen een vergadering van de drie standen bij elkaar voor advies of geld. Deze vergadering heet het parlement (Engeland) of de Staten-Generaal (Nederlanden en Frankrijk)

1. Geestelijken
2. Adel
3. Boeren / burgers

Slide 11 - Tekstslide

Vul aan. Het tijdvak van hoofdstuk 6 is de tijd van ....

Slide 12 - Open vraag

De jaartallen bij dit tijdvak zijn
....-....

Slide 13 - Open vraag

De periode van hoofdstuk 5 en 6 is de
........?

Slide 14 - Open vraag

Welk begrip past het beste bij onderstaande beschrijving?
"christenen met een afwijkend geloof"
A
Pogroms
B
Getto's
C
Ketters
D
Schepenen

Slide 15 - Quizvraag


Wat betekent pogrom?
A
uitbarsting van geweld tegen joden
B
uitbarsting van geweld tegen christenen
C
uitbarsting van geweld tegen moslims
D
uitbarsting van geweld tegen Nederlanders

Slide 16 - Quizvraag

Deze vraag gaat over 'de machtige kerk'. Zijn de volgende uitspraken juist of juist?

1. De inquisitie reisde door verschillende landen.
2. Door de pest ontstonden pogroms.
3. Door het antisemitisme ontstonden jodengetto's.
4. Door het geloof in heiligen nam hekserij (zie plaatje) toe.
A
1. juist, 2. juist, 3. juist, 4. onjuist
B
1. onjuist, 2. juist, 3. juist, 4. onjuist
C
1. juist, 2. onjuist, 3. juist, 4. onjuist
D
1. juist, 2. juist, 3. onjuist, 4. juist

Slide 17 - Quizvraag


Slide 18 - Poll

De inquisitie kon ketters veroordelen tot de doodstraf. Waarom werd dit opgericht?
A
De kerk zou anders uit elkaar vallen
B
Volgens de kerk is er maar één juiste manier om te geloven
C
Ze overtraden de wet, daarom een rechtbank
D
Zo kregen ketters geen plekje in de hemel

Slide 19 - Quizvraag

Welk begrip past het beste bij onderstaande beschrijving?
"aparte woonwijk"
A
Relikwie
B
Getto
C
Inquisitie
D
Raadhuis

Slide 20 - Quizvraag

Hoe noem je een bewaard gebleven stukje lichaam van een heiligen?
A
relikwie
B
inquisitie
C
liefdadigheid
D
bedevaart

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de Inquisitie?
A
een groep monniken die de kerkelijke regels uitlegt
B
een kerkelijke rechtbank die ketters vervolgt
C
een vergadering van de leiders van de kerk
D
geen van bovenstaande antwoorden is juist

Slide 22 - Quizvraag

Welk woord hoort bij het plaatje?
A
Aflaat
B
Gilde
C
Antisemitisme
D
Inquisitie

Slide 23 - Quizvraag

Mensen konden een aflaat kopen. Wat is een aflaat?
Vul aan. Met een aflaat .....
A
hoefde je niet elke zondag naar de kerkdienst
B
kon je priester worden
C
mocht je helemaal voorin de kerk zitten
D
werden je zonden vergeven

Slide 24 - Quizvraag

Wat zijn schepenen?
A
Rechters
B
Politie
C
Koningen
D
Edelen

Slide 25 - Quizvraag

Wat zijn keuren?
A
straffen voor een stad
B
wetten voor een stad
C
rechters van een stad
D
stadsbestuurders

Slide 26 - Quizvraag

Juist of onjuist:
De burgerij betaalde voor de bouw van de kerk zodat ze de bouwstijl konden kiezen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Een stad krijgt stadsrechten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Een gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag