Schrijven 4 Les 3

In Schrijven 4 gaan we...
- leren wat onderwerp en hoofdgedachte zijn
- bronnen zoeken voor een eigen tekst
- een eigen tekst schrijven en daarbij letten op inhoud, opbouw, structuur en zinnen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

In Schrijven 4 gaan we...
- leren wat onderwerp en hoofdgedachte zijn
- bronnen zoeken voor een eigen tekst
- een eigen tekst schrijven en daarbij letten op inhoud, opbouw, structuur en zinnen

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les ging je...
- een onderwerp kiezen voor je tekst
- het stappenplan tekstschrijven herhalen
- tekstsoort, tekstdoel en publiek kiezen voor jouw tekst
- bedenken wat je allemaal al weet over het onderwerp
- een vraagtekenversie schrijven
- leren hoe je bronnen zoekt en gebruikt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les ga je...
- de betrouwbaarheid van (nep)nieuws beoordelen
- de betrouwbaarheid van je eigen bronnen beoordelen
- informatie uit je eigen bronnen selecteren en in je tekst verwerken
- een goede titel en goede tussenkopjes bedenken
- een complete eerste versie van je tekst uitschrijven

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog van het stappenplan 'Een goede tekst schrijven'?

Slide 4 - Woordweb

Het stappenplan 'Een goede tekst schrijven' bestaat uit zes stappen. Wat was ook alweer de eerste stap?
A
Kies je onderwerp
B
Bepaal je doel en je publiek
C
Verzamel informatie
D
Schrijf en herschrijf je tekst

Slide 5 - Quizvraag

Wat was ook alweer de laatste stap van het stappenplan 'Een goede tekst schrijven'?
A
Orden informatie
B
Geef je tekst een passende lay-out
C
Verzamel informatie
D
Schrijf en herschrijf je tekst

Slide 6 - Quizvraag

Stappenplan 'Een goede tekst schrijven'
1. Kies je onderwerp
2. Bepaal je doel en je publiek
3. Verzamel informatie
4. Orden informatie
5. Schrijf en herschrijf je tekst
6. Geef je tekst een passende lay-out

Voor de vakantie deden we: stap 1 t/m 3, vandaag doen we stap (3 en) 4 (en 5)
Rest van de lessen: stap 5 en 6

Slide 7 - Tekstslide

(Nep)nieuws herkennen
1. Lees de vijf nieuwsberichten op pagina 98 t/m 102. Sommige zijn verzonnen. Schrijf bij elk nieuwsbericht of je denkt dat het waar is of dat het verzonnen is.
2. Lees het artikel over het herkennen van nepnieuws op pagina 103. Kijk dan nog eens naar je antwoorden bij de artikelen.
3. Klaar? Lees het artikel op pagina 104.

timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag met je bronnen
- Je hebt bronnen gezocht bij je onderwerp. Zoek deze bronnen op in les 2 van Plot, kopieer de tekst van deze bronnen en plak ze in Word. Je krijgt dan de tekst van meerdere artikelen onder elkaar. Vergeet de link naar het artikel er niet ook bij te zetten! Geef je document de naam 'Nederlands Schrijven 4 bronnen'. 
- Had je nog geen bronnen? Zoek nu minimaal vier bronnen op internet en kopieer ze naar Word.
- Kijk bij elke bron of deze betrouwbaar genoeg is. Check vooral Wikipedia: noemt de schrijver een bron? 
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Opdrachten in Plot
Open Schrijven 4 Les 3. Maak opdracht 4 en 5. Je hebt hierbij ook je bronnen in Word nodig en je markeert in Word. Vergeet je bestand niet op te slaan!

Lees de opdrachten goed en vraag eerst je buur als je iets niet snapt.

Aan het einde heb je: in je bronnen gemarkeerd in Word (elk deelonderwerp een andere kleur) en een bronnenlijst gemaakt in Plot.
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Waarom heeft een tekst meestal een titel en tussenkopjes?
A
Om de lezer nieuwsgierig naar de tekst te maken
B
Om een (deel)onderwerp aan te kondigen

Slide 11 - Quizvraag

Voorbeelden van tussenkopjes
Je kunt...
- letterlijk het deelonderwerp noemen: 'oorzaken van stress'
- pakkende woorden uit de alinea kopiëren: 'met stress leer je sneller'
- een vraag stellen: 'welke mensen zijn gevoelig voor stress?'

Slide 12 - Tekstslide

De laatste opdracht in Plot
Vorige les heb je een vraagtekenversie van je tekst geschreven. Nu ga je informatie uit je bronnen in je tekst verwerken en dan krijg je antwoorden op je 'vraagtekens'. Dit is de stap 'informatie verwerken'.

Maak opdracht 6 in Plot. 

Aan het einde heb je: een eerste versie van je tekst met titel en tussenkopjes en bronnenlijst. Minimaal 300 woorden!
Niet af? Huiswerk

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf hier je moeilijke woorden op.

Slide 14 - Open vraag