Klas 4C donderdag 6 oktober

Welkom
4C
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
4C

Slide 1 - Tekstslide

DOEL

- aan het eind van deze les kunnen jullie de betekenis van een moeilijk of onbekend woord in de tekst vinden

Slide 2 - Tekstslide

Programma
woorden van de week +/- 2 min
Herhaling theorie woordraadstrategie +/- 3 min
Bespreken tekst 1 -> mapje +/- 15
Theorie artikel schrijven +/5 min
Zelfstandig werken +/- 30 min 
Reflecteren +/- 5 min




reflectie

Slide 3 - Tekstslide

Woorden van de week

Meerderheid
Berekening
Betoging
Minimaal

Slide 4 - Tekstslide

Meerderheid
De meerderheid zelfst.naamw. (v.)  de grootste groep mensen Voorbeeld: `De meerderheid van de klas wil thuisblijven.` © 

Slide 5 - Tekstslide

Berekening
, 1. door rekenen vaststellen, uitcijferen: een grootheid, een bedrag, een som, een vraagstuk berekenen; in het bijzonder nagaan hoeveel iets kosten kan, ramen: de kosten van een reis berekenen; 2. in rekening brengen: iemand weinig onkosten berekenen; 3.

Slide 6 - Tekstslide

Betoging
Betoging = Een betoging of demonstratie is een verzameling mensen (van betogers of demonstranten), die bij elkaar gekomen zijn om,  in de meeste gevallen om ergens tegen te protesteren.

Slide 7 - Tekstslide

Minimaal

De kleinste hoeveelheid, het kleinste aantal, de kortste tijd bv je moet minimaal 3 tabletten per dag innemen 
Maximaal

Maximaal is een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord en betekent 'niet meer dan'. Het kan ook 'het grootst mogelijk' betekenen

Slide 8 - Tekstslide

Instructie; zelfstandig werken; 
Wat:   schrijven artikel 
+ werken aan woordenschat H2 blz 54 t/m 57
Hoe: in duo's ---> fluisteren
Tijd: +/- 30
Hulp: aantekeningen, boek en docent
Klaar: speurpuzzel
timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

DOEL

- aan het eind van deze les kunnen jullie de betekenis van een moeilijk of onbekend woord in de tekst vinden

Slide 10 - Tekstslide

Reflectie
Wat ging er deze les goed?
Wat ging er deze les minder goed? st

Slide 11 - Tekstslide