W50 Expertuur: Present Simple or Continuous, would/could/should have


ENGLISH
W50 Expertuur
HV3
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les


ENGLISH
W50 Expertuur
HV3

Slide 1 - Tekstslide

TODAY
- Present Simple or Present Continuous
- Would/Could/Should have

- Work on planner:
Ex. 16, 17, 18, 19, 23
+ Hand in poem (Teams)

Slide 2 - Tekstslide

PRESENT SIMPLE OR PRESENT CONTINUOUS

When do you use which one?

Slide 3 - Tekstslide

Present Simple
Deze gebruik je in de tegenwoordige tijd.
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
Feiten, gewoontes, regelmaat.

Slide 4 - Tekstslide

Present Simple
Signaalwoorden kunnen zijn:
always, never, often, usually, regularly, sometimes, hardly ever

Slide 5 - Tekstslide

Present Simple
Tegenwoordige tijd
Feiten, gewoontes
Hele werkwoord
SHIT-rule = -s erachter
SHIT-rule & sisklank? -es erachter
SHIT-rule & medeklinker+y? try -> tries
To be -> am, is, are

Slide 6 - Tekstslide

Present Continuous
Deze gebruik je in de tegenwoordige tijd.
Om aan te geven dat iets nu aan de gang is.
You are doing it now. 

Slide 7 - Tekstslide

Present Continuous
Signaalwoorden kunnen zijn:
now, right now, at the moment

Slide 8 - Tekstslide

Present Continuous
Tegenwoordige tijd
Iets dat nu aan de gang is
am, is, are + ww+ing
I am walking to school right now.
She/He/It is walking to school right now.
You/We/They are walking to school right now.

Slide 9 - Tekstslide

Present Simple:
TT: Feiten, gewoontes, regelmaat
Hele werkwoord
SHIT-rule = -s 
SHIT-rule & sisklank? -es 
SHIT-rule & medeklinker+y?  try -> tries
To be -> am, is, are

Present Continuous:
TT: Iets dat nu aan de gang is
am, is, are + ww+ing
I am walking to school right now.
She/He/It is walking to school right now.
You/We/They are walking to school right now.

Slide 10 - Tekstslide

Should/Could/Would have
When do you use which one?
What do they mean?

Slide 11 - Tekstslide

Should/Could/Would have
Should have: had eigenlijk gemoeten (achteraf praten)
- I should have done my homework.

Could have: had gekund (achteraf praten)
- I could have done my homework, but I chose not to.

Would have: zou zijn geweest, zou hebben gedaan (achteraf praten)
- I would have done my homework if you had told me to do it.

Slide 12 - Tekstslide

Should/Could/Would have + voltooid deelwoord 
(+ed of 3e rijtje)

- I should have done my homework.
- I could have done my homework, but I chose not to.
- I would have done my homework if you had told me to do it.

Slide 13 - Tekstslide

WORK ON PLANNER
Ex. 16, 17, 18, 19, 23

+ Hand in poem (Teams) -> deadline = 12-12 at 23:59

Slide 14 - Tekstslide