Een bol bestaat uit een bolschijf met rokken. Tussen de rokken zitten knoppen waaruit een plant kan groeien. Rokken zijn verdikte bladeren - ui, knoflook, tulp, narcis. Als een bol uitloopt, ontstaat uit een van de knoppen (de eindknop) een nieuwe plant. Hierbij wordt een deel van het reservevoedsel uit de rokken verbruikt, waardoor de rokken verschrompelen. De andere knoppen ontwikkelen zich tot nieuwe bollen