Namen van personen, plaatsen, landen, straten, provincies, gebergtes en rivieren begin je met een hoofdletter.
Namen van onder andere personen, plaatsen, landen, straten, provincies, gebergtes en rivieren begin je met een hoofdletter. In een achternaam zit soms een woord als 'de', 'van' of 'van den': een tussenvoegsel. Na een voornaam of voorletter schrijf je tussenvoegsels NIET met een hoofdletter. Als er geen voornaam of voorletter staat schrijf je tussenvoegsels wel met een hoofdletter.
Voorbeelden:- Peter woont in Amsterdam.
- Karin is Rotterdammer.
- Jan de Vries fietst iedere week van Amsterdam naar Hilversum.
- De buren van mijn opa en oma heten De Bruin.
- Karin van der Veen is een nicht van Suzanne de Boer.
Het Nederlandse bedrijf wil een vestiging openen in België.
Wij gaan deze zomer op vakantie naar Frankrijk.
Klaas woont aan Waterweg 3 in Utrecht.
De Maas komt in de provincie Limburg ons land binnen.
De Mount Everest is de hoogste berg ter wereld.