Hoofdstuk 4 paragraaf 4.3

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhalen
  • Actualiteit
  • Huiswerk
  • Leerdoelen van vandaag
  • Instructie paragraaf 4.3, deel 1
  • Aan het werk
  • Instructie paragraaf 4.3, deel 2
  • Evalueren van de leerdoelen
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 4.2
In de vorige les heb je geleerd ...
  • Met wat voor regels de overheid werknemers beschermt. 
  • Welke zekerheden je hebt op het gebied van werk en inkomen. 
  • Wat de invloed is van vraag en aanbod op het loon. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de afkorting van de Arbeidsomstandighedenwet?
A
AOW
B
ABW
C
Arbowet
D
AWBZ

Slide 4 - Quizvraag

In welke wet staan regels over werktijden?
A
Algemene Ouderdomswet
B
Arbeidstijdenwet
C
Arbeidsomstandighedenwet
D
Wet Minimumjeugdloon

Slide 5 - Quizvraag

Arbeidsparticipatie is het percentage van de bevolking dat tot de werkende beroepsbevolking hoort.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Welke werknmersverzekering biedt een uitkering aan arbeidsongeschikte werknemers?
A
WIA
B
WW

Slide 7 - Quizvraag

Als de vraag naar een bepaald beroep hoog is, is het loon vaak ...
A
gelijk aan andere beroepen
B
hoog
C
laag

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Probeer tijdens het kijken antwoord te geven op de volgende vragen:
  • Hoeveel werklozen zijn er per vacature?
  • Welke oorzaak voor de krapte op de arbeidsmarkt wordt er in het filmpje genoemd?
  • Wat zou de overheid kunnen doen om de arbeidsparticipatie bij vrouwen te laten stijgen?
  • De arbeidsparticipatie van mannen tussen 25 en 44 is gedaald, welke invloed heeft dit op de spanning op de arbeidsmarkt?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Tekstslide

In het filmpje werden een aantal oplossingen genoemd.
Wie weet er nog één?

Welke oplossing vind jij het beste?
Overleg samen met degene naast je.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 4.3
Na deze les weet je...
  • wanneer er werkgelegenheid is. 
  • in welke sectoren je kunt werken. 
  • hoe de arbeidsmarkt in elkaar zit.

Slide 15 - Tekstslide

Arbeidsmarkt
Dit is het geheel van vraag en aanbod naar arbeid.

Wie komen er samen op de arbeidsmarkt?

Van wie komt de vraag naar arbeid?

Van wie komt het aanbod van arbeid?

Slide 16 - Tekstslide

Werkgelegenheid
Alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en bij de overheid samen.

Slide 17 - Tekstslide

Productiesectoren:

1. primaire sector. Bedrijven in deze sector halen de grondstoffen uit de natuur (commercieel).

Slide 18 - Tekstslide

Productiesectoren:

2. secundaire sector. Bedrijven in deze sector maken eindproducten van de grondstoffen (commercieel).

Slide 19 - Tekstslide

Productiesectoren:

3. tertiaire sector. Dit is de commerciële dienstverlening.

Slide 20 - Tekstslide

Productiesectoren:

4. quartaire sector. Dit is de niet-commerciële dienstverlening.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag
De komende 20-minuten heb je de tijd om vraag 18 t/m 28

Klaar? 
Vond je paragraaf 1 t/m 3 lastig? --> Maak de oefenopgaven op blz. 126 - 128
Liever oefenen met rekenen? --> Maak dan de rekenopgaven op blz. 130-131

Was alles duidelijk? --> Lees dan §4.4 door en werk rustig verder.

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 4.3
Na deze les weet je...
  • wanneer er werkgelegenheid is. 
  • in welke sectoren je kunt werken. 
  • hoe de arbeidsmarkt in elkaar zit.

Slide 24 - Tekstslide

Waar komt het aanbod van arbeid vandaan?

A
werkgevers
B
arbeidsverdeling
C
beroepsbevolking
D
arbeidsmarkt

Slide 25 - Quizvraag

Sleep de juiste beroepen naar de juiste sectoren. 
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector
Kapper
Brandweerman
Stratenmaker
Aardbeien kweker
Bakker
Verpleger
Winkelpersoneel
Melkveehouder

Slide 26 - Sleepvraag

Bij een krappe arbeidsmarkt zullen
de lonen waarschijnlijk ........
A
stijgen
B
dalen

Slide 27 - Quizvraag

Wanneer de vraag naar arbeid groter is dan het het aanbod van arbeid, spreken economen van een ...
A
krappe arbeidsmarkt
B
ruime arbeidsmarkt

Slide 28 - Quizvraag


Welke van de vier productiesectoren zie je hiernaast?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 29 - Quizvraag

Welke van de vier productiesectoren zie je hiernaast?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 30 - Quizvraag

Wie zijn de vragers naar arbeid?
A
werknemers
B
werkgevers

Slide 31 - Quizvraag

Als je 14 jaar bent en een krantenwijk hebt hoor je dan bij de beroepsbevolking?
A
ja
B
nee

Slide 32 - Quizvraag

Bij werkloosheid is de vraag naar arbeid groter/kleiner dan het aanbod er van
A
groter
B
kleiner

Slide 33 - Quizvraag



Huiswerk voor de volgende les: 4.3 af

Denk aan het inleveren via Google Classroom

Slide 34 - Tekstslide