Irregular Verbs & Vocabulary Unit 5 (2)

• Engels
• MBO
• Studiejaar 2

Irregular Verbs

verkopen
(verleden tijd)

vergeven
(voltooid deelwoord)

vangen
(verleden tijd)

uitlenen
(voltooid deelwoord)

tekenen
(verleden tijd)

sturen
(voltooid deelwoord)

stelen
(verleden tijd)

staan
(voltooid deelwoord)

schudden
(verleden tijd)

ruiken
(voltooid deelwoord)

Vocabulary

I hate having lots of (munten) in my wallet.

Some people try to (vermaken) other people to earn money.

This is a typical British (gerecht). It's delicious!

(Openbaar vervoer) can be very different abroad.

Ben was waiting for his friend. (Ondertussen), he was reading a book.

A big (beloning) was offered to whoever could find the missing dog.

Brighton is not a very (spannende) place to visit.

Whoever put up these (planken) needs more practice I think.

Is this a good (oplossing) when you are tired?

The sheep was (nieuwsgierig) to find out why there was a camera in his face.