Th 6 les 3/4

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1-3

Blok 6      ~     Les 3 en 4     (blz 88/89)

Leerdoelen

– Breuken aanvullen tot 1

– Breuken als deel van een hoeveelheid

– Prijs berekenen met behulp van breuken

– Schaalverdeling tekenen in peilglazen

Ik vind breuken...

Leuk, kom maar op!

Moeilijk

Breuken, wat zijn dat?

Zei er iemand pizza?

Ik haat breuken!

Breuken

Een breuk is een deel van
het geheel

1   = teller            1 stukje van de 6

6  = noemer

Belangrijk: uit hoeveel stukjes DIE EVEN GROOT ZIJN bestaat het geheel?

Uit hoeveel delen bestaat het geheel, en hoeveel van die delen er uit zijn gehaald?

De hele taart/ pizza/ kaas/ reep/ peilglas zijn alle stukjes van alle stukjes.

Dus boven en onder de streep staat hetzelfde getal:

1  2  3  4  5  6  7  8  9  10  14  28

1  2  3  4  5  6  7  8  9  10  14  28

Hoe noem je deze breuk?

1. kwart of 1/4
2. half of 1/2
3. driekwart of 3/4
4. hele of 4/4

Welke breuk is dit?

1. 1/5
2. 5/1
3. 1/6
4. 6/1

Wat moet er bij om 1 hele te maken?

1. 6/6
2. 5/5
3. 1/6
4. 5/6

Hoe noem je deze breuk?

1. kwart of 1/4
2. half of 1/2
3. driekwart of 3/4
4. hele of 4/4

Welk deel is wit?

1. kwart of 1/4
2. half of 1/2
3. driekwart of 3/4
4. hele of 4/4

Hoe schrijf je een half (of de helft)
als breuk?

1. 1
2. 1/2
3. 1/3
4. 2/4

Wat moet er bij een half/de helft om een hele te krijgen?

1. 1/1
2. 2/1
3. 1/2
4. 3/4

Welke breuk hoort bij de oranje stukjes?

1. 1/9
2. 5/9
3. 1/10
4. 4/10

Wat moet er bij om een hele te maken?

1. 5/9
2. 9/9
3. 4/4
4. 4/9

Hoe noem je deze breuk?

1. 1/6
2. 5/8
3. 5/7
4. 2/7

Welke breuk moet er bij om samen 1 hele te maken?

1. 5/7
2. 2/7
3. 7/5
4. 5/8

Welke breuk hoort bij het
stukje pizza?

1. 3/1
2. 3/3
3. 1/4
4. 1/3

Hoeveel pizza is al op?

1. 1/1
2. 2/3
3. 3/2
4. 1/3

opdracht 1

a. Uit hoeveel delen bestaat
     het peilglas?

b. hoeveel liter kan erin?

c. hoeveel liter is elk streepje?

ijsthee   a. 4 delen

                 b. 16 liter

                 c. 16 : 4 = 

3

Een volle tank is 30 liter.
1/5 deel van 30 l = 30 : 5 = 6 l            1/6 deel van 30 l = 30 : 6 = .... l

2/5 deel van 30 l = 1/5 + 1/5 = .... l   5/6 deel van 30 l = 5 x 1/6 =

                            2 x 1/5 = 2x 6 l = .... l                                          5 x .... l = ... l

Kijk naar het gevulde deel van het pak. In hoeveel delen kun je het pak verdelen? Hoeveel liter is elk deel?

1 l = 10 dl dus --> 2 l = 20 dl

Ik begrijp nu meer van breuken

😒🙁😐🙂😃

Ik vond deze les

😒🙁😐🙂😃

les 4 boek blz 89

een volle tank is 40 l   1/2 deel is 40 : 2 = .... l

                                             1/4 deel is 40 : 4 = .... l

3/4 deel is 3 x 1/4 deel = 3 x .... l = .... l

1/2 l kost € 2,-                     1/4 kg kost € 3,-              3/5 m kost € 1,20

1 l is 2 x 1/2                           1 kg is .... x 1/4                  3/5 is 1/5+1/5+1/5 

2 x € 2,- = €                           .......x € 3,- = €                  1/5 kost € 1,20 : 5 

Kijk aan de linkerkant hoeveel kinderen elke sport doen .

Ben je klaar?

Maak les 3 en 4 in je werkschrift op blz 53