Als je voor je € 100 spaartegoed € 5 rente krijgt, dan is je nominale rente 5%.
Maar als de prijs van een product dat je wilt kopen met meer dan die 5% stijgt, kun je toch minder kopen, ondanks dat je nominaal meer geld hebt.
De reële (= ‘echte’) rente is dan negatief.
Vergelijk: Engels = real
Deze moet je altijd uitrekenen met indexcijfers (volgende les)!