1BK H.3 G

Good Morning 1BK!
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Good Morning 1BK!

Slide 1 - Tekstslide

Today's planning


- Homework check
-  Task G : Special Desserts
- Homework

Slide 2 - Tekstslide

Toppers !!!

Slide 3 - Tekstslide

Lever hier een foto van Task F in je werkboek in (blz 155)

Slide 4 - Open vraag

Planning It's Learning
Task G

Slide 5 - Tekstslide

What is your favourite dessert?

Slide 6 - Woordweb

What do you know about 3D printers?

Slide 7 - Open vraag

Would you like to have your own 3D printer? Why (not)?

Slide 8 - Open vraag

What kind of food would you like to print with your 3D printer?

Slide 9 - Open vraag

Lees strategieën

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat denk je dat drip betekent?

Slide 12 - Open vraag

Hoe wist je dit?
A
because you recognise a Dutch word
B
because you recognise part of a word
C
because you recognise a word from a different language
D
I didn't know what it means

Slide 13 - Quizvraag

Wat denk je dat childhood betekent?

Slide 14 - Open vraag

Hoe wist je dit?
A
because you recognise a Dutch word
B
because you recognise part of a word
C
because you recognise a word from a different language
D
I didn't know what it means

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat denk je dat cookies betekent?

Slide 17 - Open vraag

Hoe wist je dit?
A
because you recognise a Dutch word
B
because you recognise part of a word
C
because you recognise a word from a different language
D
I didn't know what it means

Slide 18 - Quizvraag

Wat denk je dat create betekent?

Slide 19 - Open vraag

Hoe wist je dit?
A
because you recognise a Dutch word
B
because you recognise part of a word
C
because you recognise a word from a different language
D
I didn't know what it means

Slide 20 - Quizvraag

Wat denk je dat unusual betekent?

Slide 21 - Open vraag

Hoe wist je dit?
A
because you recognise a Dutch word
B
because you recognise part of a word
C
because you recognise a word from a different language
D
I didn't know what it means

Slide 22 - Quizvraag

Wat denk je dat insects betekent?

Slide 23 - Open vraag

Hoe wist je dit?
A
because you recognise a Dutch word
B
because you recognise part of a word
C
because you recognise a word from a different language
D
I didn't know what it means

Slide 24 - Quizvraag

Task G
We hebben G bijna helemaal samen gemaakt!
Maak zelf opdracht 46 en 47 nog. 
Je moet nog wel de rest van de tekst lezen!
Leer daarna de Quizlet Vocab G

De volgende les lever je foto's van je werkboek 
in de LessonUp in!

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide