Werkwoordspelling herhalen en nieuw:td en bijvoeglijk gebruikt. Les 6, 7 en 8

Welkom in 
Je bent stil en hebt klaarliggen:
  • leerwerkboek deel A/B
  • je leesboek
  • pen
  • iPad (in je tas)
timer
4:00
Les 6
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom in 
Je bent stil en hebt klaarliggen:
  • leerwerkboek deel A/B
  • je leesboek
  • pen
  • iPad (in je tas)
timer
4:00
Les 6

Slide 1 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Testje
  • Huiswerk nakijken
  • Uitleg 4.8
  • Werkmoment
  • Vooruitblik

Slide 3 - Tekstslide

Mijn vriendin ... (beloven) mij te bellen.
tegenwoordige tijd

Slide 4 - Open vraag

Hoe ... (worden) je profvoetballer?
tegenwoordige tijd

Slide 5 - Open vraag

De leerling ... (broeden) op een plan.
tegenwoordige tijd

Slide 6 - Open vraag

Gisteren ... (melden) wij een ongeluk.
verleden tijd

Slide 7 - Open vraag

Vorige week... (reizen) wij naar Parijs.
verleden tijd

Slide 8 - Open vraag

Het ongeluk is daar ... (gebeuren).
voltooid deelwoord

Slide 9 - Open vraag

Wie heeft je dat ... (vertellen)?
voltooid deelwoord

Slide 10 - Open vraag

... (lachen) loopt de leerling naar binnen.
tegenwoordig deelwoord

Slide 11 - Open vraag

De leerling zat ... (wippen) op zijn stoel.
tegenwoordig deelwoord

Slide 12 - Open vraag

Huiswerk nakijken
Gemaakt vóór komende dinsdag:
  • 2.8 opdracht: 10
  • 3.8 opdracht: 1, 4, 5a en b, 10.

Welke vragen heb je?

Slide 13 - Tekstslide

Samen lezen p. 60
Regels voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
  • Voltooid deelwoord op -en verandert niet.
  • Andere voltooid deelwoorden zo kort mogelijk.
  • Soms moet er een -e bij net als bij:
                             de rode auto          een rood autootje
                             de gekochte auto   een gekocht autootje
bn
zegt iets over een zn

Slide 14 - Tekstslide

Maken opdracht 4 p. 60
1. sorteren              de gesorteerde kleding

eerst VD maken: de kleding is gesorteerd
dan voor het zn zetten: de gesorteerd kleding
luister/vergelijk? : de rode kleding => de gesorteerde kleding

Klaar? Start met opdracht 5.

Slide 15 - Tekstslide

Vooruitblik
Volgend les verder met 4.8

Leerwerkboek deel A mag thuis blijven.

Deel B en je leesboek meenemen!

Slide 16 - Tekstslide

Welkom in 
Je bent stil en hebt klaarliggen:
  • leerwerkboek deel B
  • pen
  • leesboek
  • iPad (in je tas)
timer
4:00
Les 7

Slide 17 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Planning
  • Nakijken opdracht 4 pagina 60 (van 4.8)
  • Samen lezen TD als bijvoeglijk naamwoord
  • Opdrachten maken
  • Vooruitblik

Slide 19 - Tekstslide

Nakijken opdracht 4 p. 60
1 sorteren        de gesorteerde kleding
2 verkopen       een verkochte jas
3 verloten         de verlote prijzen
4 bakken          het gebakken brood      9 schrobben de geschrobde vloer
5 kneden          het geknede deeg        10 richten     de gerichte vraag
6 benutten        een benutte kortingsbon
7 aanspoelen   een aangespoeld flesje
8 ophangen      de opgehangen gordijnen

10 richten een gerichte vraag

Slide 20 - Tekstslide

Samen lezen pagina 61
Tegenwoordig deelwoord net als bn soms een -e.

De aardige leerlingen. De lachende leerlingen. 
(lachen + d + e)

5a. Wat zijn de tegenwoordige deelwoorden?
Ga zelf verder met 5. b, c en d, 7 en 10.

Slide 21 - Tekstslide

Vooruitblik

Morgen verder met 
het afronden van paragraaf 4.8

Dus neem je spullen mee!

Slide 22 - Tekstslide

Welkom in 
Je bent stil en hebt klaarliggen:
  • leerwerkboek deel B
  • pen
  • leesboek
  • iPad (in je tas)
timer
4:00
Les 8

Slide 23 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

Planning
  • Weektaak afronden en nakijken (20 minuten)
  • Spel werkwoordspelling (20 minuten)
  • Vooruitblik

Slide 25 - Tekstslide

Weektaak afronden
In les 1 op 6-2 maakten we van 4.8: 4 en 5

In les 2 op 8-2 maakten we van 4.8: 7 en 10
Vandaag op 9-2 maken we van 4.8: 1.

Zelf nakijken => wat zijn je vragen?
Alles af? Laat zien!

timer
20:00

Slide 26 - Tekstslide

Spel
  • Gooi met de dobbelsteen. (digitale opzoeken)
  • Zet de stappen op het speelbord. (pion: gum/dopje)
  • Je ziet het werkwoord.
  • Kijk op de dobbelsteen in welke vorm je het moet vervoegen.
  • Goed? Een stapje vooruit.
  • Fout? Twee stapjes achteruit.

Slide 27 - Tekstslide

Vervoegen in:
  1. Persoonsvorm tegenwoordige tijd: hij loopt
  2. Persoonsvorm tegenwoordige tijd jij achter de pv: loop jij
  3. Persoonsvorm verleden tijd enkelvoud: ik-vorm+ te/de
  4. Persoonsvorm verleden tijd meervoud: ik-vorm + ten/den
  5. Voltooid deelwoord: maak langer of 't Kofschip X
  6. Tegenwoordig deelwoord: hele werkwoord + d

Slide 28 - Tekstslide

Vooruitblik
Meenemen: leesboek, leerwerkboek B


We gaan werkwoordspelling herhalen
en uitbreiden met Engelse werkwoorden.

Slide 29 - Tekstslide