Les 'Stijl' hoofdstuk twee + drie

Vandaag


Schrijfopdracht : 2-4

Start maken met de eindopdracht van hoofdstuk twee

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Vandaag


Schrijfopdracht : 2-4

Start maken met de eindopdracht van hoofdstuk twee

Slide 1 - Tekstslide

Stijlstrategieën
Eerste hoofdstuk
Stijlstrategieën:  de juiste toon en concreet formuleren.

Tweede hoofdstuk
Stijlstrategieën: relationele en referentiële coherentie
Grammatica: nevenschikking, onderschikking en enkelvoudige zinnen.

Slide 2 - Tekstslide

Gebrek aan samenhang
De Tweede Kamer

De Tweede Kamer wordt samengesteld door een verkiezing. De Tweede Kamer vergadert in de vergaderzaal aan het plein in Den-Haag. Deze vergaderzaal wordt verlicht door 233 lampen. 233 is een priemgetal. Tegenwoordig worden er bijna geen gloeilampen meer verkocht. De wetenschapper Edison heeft in 1879 het patent van de gloeilamp gekocht van Hanry Woodward en Metthew Evans. In de islamitische jaartelling duurt het jaar 1879 van 1296 – 1297. Het bijvoeglijke naamwoord ‘islamitisch’ wordt geschreven zonder hoofdletter, net als bijvoorbeeld ‘christelijke’ en
‘hindoestaanse’; het woord Islam schrijf je echter wél met een hoofdletter.

Slide 3 - Tekstslide

Samenhang = coherentie
Relationele coherentie: een tekst heeft een hoofdgedachte, onderwerp, deelonderwerpen. Elke alinea behandelt een deelonderwerp en elke alinea ondersteunt de hoofdgedachte
Signaalwoorden geven bijvoorbeeld het verband tussen zinnen onderling en tussen alinea's aan (de relatie dus).

Slide 4 - Tekstslide

Samenhang = coherentie
Relationele coherentie: door zorgvuldig signaalwoorden te markeren, kun je bekijken of een tekst goed geschreven is. 

Slide 5 - Tekstslide

Samenhang = coherentie
Referentiële coherentie: je kijkt naar verwijswoorden (hij, deze), synoniemen (fiets = rijwiel), omschrijvingen (gemaksfiets).

Hierdoor kun je beter bepalen welke zinnen overbodig zijn. 

Slide 6 - Tekstslide

Maken
2-4

Daarna eindopdracht

Slide 7 - Tekstslide

Nevenschikkend en onderschikkend
Ik ga met de trein, want dat is goed voor het milieu

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Lesdoel
Je leert afwisselender te schrijven en kunt dit ook toepassen in eigen teksten.

Je weet hoe je je kunt voorbereiden op de verhaalanalyse van volgende week.

Slide 10 - Tekstslide

Stijlstrategie: afwisselende zinnen
Enkelvoudige zin: beschrijft een gebeurtenis, toestand, mening. 

Mogelijk effect: extra nadruk, bekrachtigen mededeling
Ik vind dat echt super leuk.
Vanaf dat ogenblik wist ik het zeker.

Slide 11 - Tekstslide

Stijlstrategie: afwisselende zinnen
Nevenschikkend verband: plaats twee hoofdzinnen naast elkaar. Beide mededelingen zijn gelijkwaardig.
Vb. Mijn motivatie verdween en dus deed ik de rest van het jaar niet veel meer aan school.

Ze pakte haar fiets en reed naar school (samentrekking)


Slide 12 - Tekstslide

Stijlstrategie: afwisselende zinnen
Onderschikkend verband:   hoofdzin en bijzin worden aan elkaar gekoppeld. De bijzin kun je niet als losse zin schrijven, heeft een functie in de hoofdzin. 

Je geeft verschillende verbanden aan (bijv. tijd of reden):
Nadat ik op school kwam (bijzin),  liep ik meteen naar het lokaal (hoofdzin)
Ik ga vaak naar buiten (hoofdzin), omdat dat gezond voor me is (bijzin)

Slide 13 - Tekstslide

Stijlstrategie: afwisselende zinnen
Stijltips:
1. Maak zinnen niet te lang, twee of hooguit drie deelzinnen.
2. Wissel af: schrijf niet te veel onderschikkende zinnen achter elkaar.

Slide 14 - Tekstslide

Maken
A.  Maken eindopdracht hoofdstuk twee (woensdag voor de les inleveren)
B. Doorlezen in derde hoofdstuk: 3-2 (theorie) 
IN DE LES
3-1: hoort bij tekst 18 & 19, vraag a, d, g
3-4: vraag AB. 
C. Learnbeat: 2.1 A, B, C (maandag 13 februari af)
D. Eindopdracht hoofdstuk drie en vijf   (inleveren maandag 20 februari)

Slide 15 - Tekstslide

Mogelijke zinnen
A. Onze kat is niet alleen vaak hongerig, maar ook nog eens razendsnel en een echte jager, dus nu er veel jonge vogeltjes in onze tuin zijn, moet ze binnenblijven: anders vangt ze veel dieren.


Slide 16 - Tekstslide

Mogelijke zinnen

B. Veel leerlingen vinden hun mobieltje belangrijk, dus ze hebben niet alleen een duur abonnement, maar - omdat ze geld nodig hebben - ook een bijbaantje met als gevolg dat ze school verwaarlozen, waardoor ze vaak gedoe krijgen met hun ouders.

Slide 17 - Tekstslide