In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
- verder met het boekje grammatica en stijl
Nodig: hf. 1 + 2 van het boekje stijl
Slide 2 - Tekstslide
Afgelopen lessen
hf. 1: de juiste toon
geen vage formuleringen, maar concrete
hf. 2: - relationele en referentiële coherentie
- nevenschikkende, onderschikkende en enkelvoudige zinnen.
Slide 3 - Tekstslide
De Tweede Kamer
De Tweede Kamer wordt samengesteld door een verkiezing. De Tweede Kamer vergadert in de vergaderzaal aan het plein in Den-Haag. Deze vergaderzaal wordt verlicht door 233 lampen. 233 is een priemgetal. Tegenwoordig worden er bijna geen gloeilampen meer verkocht. De wetenschapper Edison heeft in 1879 het patent van de gloeilamp gekocht van Hanry Woodward en Metthew Evans. In de islamitische jaartelling duurt het jaar 1879 van 1296 – 1297. Het bijvoeglijke naamwoord ‘islamitisch’ wordt geschreven zonder hoofdletter, net als bijvoorbeeld ‘christelijke’ en
‘hindoestaanse’; het woord Islam schrijf je echter wél met een hoofdletter.
Slide 4 - Tekstslide
Samenhang = coherentie
Relationele coherentie: een tekst heeft een hoofdgedachte, onderwerp, deelonderwerpen. Elke alinea behandelt een deelonderwerp en elke alinea ondersteunt de hoofdgedachte
Signaalwoorden geven bijv. de relatie aan.
Slide 5 - Tekstslide
Samenhang = coherentie
Relationele coherentie: door zorgvuldig signaalwoorden te markeren, kun je bekijken of een tekst goed geschreven is.
Slide 6 - Tekstslide
Nevenschikkend en onderschikkend
Ik ga met de trein, want dat is goed voor het milieu
Slide 7 - Tekstslide
Samenhang = coherentie
Referentiële coherentie: je kijkt naar verwijswoorden (hij, deze), synoniemen (fiets = rijwiel), omschrijvingen (gemaksfiets).
Hierdoor bepalen welke zinnen overbodig zijn.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
In de breakout rooms
Je maakt in hetzelfde groepje 2-4 af uit hf. 2
Tijd: 15-20 minuten. Ga dus direct aan de slag.
Slide 10 - Tekstslide
Vrijdag
Schrijfopdracht 2 maken
Maken in Learnbeat: 2.1, onderdeel A, opgave 5 t/m 8 en 9 t/m 13