werkwoordtraining

Noteer zo veel mogelijk onderdelen van een werkwoordsvorm (ca.6)
1 / 21
volgende
Slide 1: Woordweb
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Noteer zo veel mogelijk onderdelen van een werkwoordsvorm (ca.6)

Slide 1 - Woordweb

ἀπ-ε-κριν-α-το
prefix: vz + stam (ἀπο, ἐκ, ἐπι, ἐν, ἀνα, περι, εἰσ, etc)
augment: kan verstopt zijn
stam: praesens? them. aor?
tempuskenmerk: (σ)α
moduskenmerk: -ντ-, -ουσ-, -μεν-
uitgang: eventueel + θ- 

Slide 2 - Tekstslide

welke tijd heeft de uitgangen van 'Another One Bites the Dust'?
A
praes
B
imperfectum
C
perfectum
D
aoristus

Slide 3 - Quizvraag

hoge snelheidsronde (5x)
welke persoonsuitgang herken je?

(another one bites the dust - keizerlijke mars)

Slide 4 - Tekstslide

περιεσαινον
A
3de sg A
B
1ste sg A
C
3de pl A
D
1ste pl A

Slide 5 - Quizvraag

ἐλθειν
A
3de sg A
B
3de sg Pass
C
2de sg A
D
nvt

Slide 6 - Quizvraag

ἀκουε
A
3de sg A
B
1ste sg A
C
2de sg A
D
nvt

Slide 7 - Quizvraag

ἐδύνατο
A
3de sg M
B
1ste sg A
C
3de pl M
D
nvt

Slide 8 - Quizvraag

λυει
A
2de sg M
B
3de sg A
C
3de sg M
D
nvt

Slide 9 - Quizvraag

PV = Ind
aoristusvorm zonder augment? Nooit als pv/verleden tijd vertalen.

EN hoe zat het ook al weer met de andere modi die je kent?

Slide 10 - Tekstslide

imperativus meervoud heeft dezelfde uitgang als ....
(notitie: uitgeschreven in kleine letters)

Slide 11 - Open vraag

ἀκουε was een imperativus - hoe ziet imperativus medium er uit?
A
ἀφίκουσαι
B
ἀφίκουσει
C
ἀφίκου
D
ἀφίκουσο

Slide 12 - Quizvraag

λυθητι
welke modus en tijd?
A
imper aor
B
imper praes
C
participium aor
D
participium praes

Slide 13 - Quizvraag

passivum
ἐλυθην
ἐλυθης
ἐλυθη
ἐλυθημεν
ἐλυθητε
ἐλυθησαν



imperativus : λυθητι, λυθητε

participium 
λυθεις, -εντος
λυθεισα, -ης
λυθεν, -εντος

infinitivus : λυθηναι
Enkel bij aoristus!

Slide 14 - Tekstslide

wat zijn de infinitivus-uitgangen?
A
-εν, -σειν, -σαι
B
-ειν, -σαι, -θαι
C
-ναι, -ειν, -σθαι
D
-σαι, -εν, -σθαι

Slide 15 - Quizvraag

participia hebben naamvalsuitgangen - volgens welk rijtje gaat het ptc.praes. medium?
A
δεινος, δεινη, δεινον
B
μακρος, μακρα, μακρον
C
gemengde groep (ος, ι, α, ες, ων, σι(ν), ας)
D
gemengde groep (ους, ει, η, εις, ων, σι(ν), εις)

Slide 16 - Quizvraag

participia hebben naamvalsuitgangen - volgens welk rijtje gaat het ptc.praes. actief vrouwelijk?
A
δεινη
B
μακρα
C
gemengde groep (ος, ι, α, ες, ων, σι(ν), ας)
D
gemengde groep (ους, ει, η, εις, ων, σι(ν), εις)

Slide 17 - Quizvraag

noteer de drie verschillende tijdskenmerken van de aoristus

Slide 18 - Open vraag

p.224

Slide 19 - Tekstslide

Benoem
λαβουμενου
A
ptc medium praesens
B
ptc medium aoristus

Slide 20 - Quizvraag

Benoem
-οὐσας
A
ptc medium praesens
B
ptc medium aoristus
C
ptc actief praesens
D
ptc actief praesens

Slide 21 - Quizvraag