-Je kent de delen van het lichaam.
-Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.
-Je kunt de functies van het skelet noemen.
-Je kunt de kenmerken van bot en van kraakbeen noemen.
-Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.
Vandaag de laatste twee.