Oefenen Over taal blok 3 en 4

Oefenen Over taal, blok 3 en 4
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefenen Over taal, blok 3 en 4

Slide 1 - Tekstslide

Noteer de afgeleide woordvormen van elk woord. Let op de woordsoort die je moet noteren.
1. huwen - … (znw)
2. operatie - … (ww)
3. geluk - … (bnw)

Slide 2 - Open vraag

Vul aan:
1. … - … - meest verbaasd
2. gekwetst - … - …
3. … - geschikter - …
4. populair - ..... - .......

Slide 3 - Open vraag

dagschotel is een
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 4 - Quizvraag

brandbaar is een
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 5 - Quizvraag

Maak een samenstelling en een afleiding met het woord: sport

Slide 6 - Open vraag

Vul het juiste verwijswoord in:
Een kuikentje … pas geboren is, volgt zijn moeder nog op de voet.

Slide 7 - Open vraag

Vul het juiste verwijswoord in:
Stefan vermoedt dat zijn beste vriend sneller kan rennen dan … .

Slide 8 - Open vraag

Vul het juiste verwijswoord in:
Het bestuur heeft … administratie niet zo goed op orde.

Slide 9 - Open vraag

Na de ruzie op het schoolplein vroeg de conrector alle leerlingen afzonderlijk naar hun versie van het verhaal.

afzonderlijk =
A
vreemd
B
samenhang
C
zonder meer
D
apart

Slide 10 - Quizvraag

De advocaat vond het ronduit schokkend dat de rechter weigerde naar de verdediging
van de verdachte te luisteren.

ronduit=
A
omdat
B
overal
C
kenmerkend
D
zonder meer

Slide 11 - Quizvraag

In Barcelona is de neerslag typisch mediterraan: een paar dagen per jaar valt er heel veel
regen.

typisch =
A
apart
B
voor de hand liggend
C
kenmerkend
D
zonder meer

Slide 12 - Quizvraag

Extra oefenen Over taal?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link