§3.2 Democratie in Nederland

§3.2 Democratie in Nederland
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§3.2 Democratie in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Resumé
Pak je schrift
Wat hebben we vorige les besproken?
Wie, Wat, Waarom, Wanneer

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kan uitleggen:
  • Hoe Nederland een koninkrijk werd
  • Hoe Nederland een grondwet kreeg
  • Wat er in de grondwet stond

Slide 3 - Tekstslide

De Bataafse Republiek was een koninkrijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een grondwet?

Slide 5 - Open vraag

Nederland kreeg zijn eerste grondwet tijdens de Bataafse Republiek
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een constitutionele monarchie?

Slide 7 - Open vraag

De terugkeer van Oranje
In de Bataafse revolutie was stadhouder Willem V verjaagd
Na Napoleons nederlaag kwam zijn zoon Willem Frederik terug
In 1813 werd hij koning Willem I
Nederland werd het Koninkrijk der Nederlanden
Kaart
Portret

Slide 8 - Tekstslide

Filmpje
De terugkeer van Willem I

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Constitutionele monarchie
Nederland was een constitutionele monarchie
De grondwet regelde het bestuur zo:



De koning had alle macht!
Koning
Staatshoofd
De hoogste persoon in de staat
Regeringsleider
Regering = koning + alle ministers
Kiest politici
Kiest ministers en parlement
Ministers
Dienaren
Moeten doen wat de koning zegt
Dagelijks bestuur
Zorgen voor het dagelijks bestuur
Parlement
Staten-Generaal
Eerste en Tweede Kamer
Goedkeuring
Keurt de plannen(wetten) van de koning goed
Machteloos
Heeft amper wat te zeggen

Slide 11 - Tekstslide

Filmpje
Willem I beslist alles

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Liberalisme
Mensen met dezelfde ideeën gingen meer samenwerken
Zo ontstonden politiek-maatschappelijke stromingen
De eerste was het liberalisme onder leiding van Thorbecke
Zij wilden drie dingen:
Vrijheid
Burgers moesten vrij zijn
1
Stemrecht
Niet de koning, maar de burgers moesten het parlement kiezen
2
Macht
Het parlement moest echt wat te zeggen krijgen
3
Een politieke stroming die streeft naar meer vrijheid.
Liber is Latijn voor vrijheid.

Slide 14 - Tekstslide

1848
De liberalen kregen het volk in opstand
Zij wilden dat het volk de macht kreeg
Koning Willem II moest hier wel aan toegeven
Onder leiding van Thorbecke werd een nieuwe grondwet gemaakt

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
wat Maak opdracht 5 & 6 uit je werkboek
Hoe Lees goed 'De grondwet van 1848' en 'Stemrecht'
Doel Je weet wat er veranderde door de nieuwe grondwet (1848)
Hulp Gebruik het boek, werk samen en vraag mijn hulp
Tijd 10 minuten
Klaar? Maak opdracht 2d

Slide 16 - Tekstslide

Resumé
Pak je schrift
Schrijf voor jezelf op (of bedenk 4 vragen over) wat we deze les besproken hebben
Wie, Wat, Waarom, Wanneer
timer
2:00

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
Maken opdracht 2 t/m 6 van §3.2
Voor morgen sowieso opdracht 5 & 6!

Slide 18 - Tekstslide