Chapter 5 Lesson 3

• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Lesson plan

Tuesday 21 April 2020

Check your answers

Grammar Check

Do your exercises!

Homework Wednesday!

Check ex 9 WB p 33

1 We are doing everything to protect the wildlife. 

2 We go shopping every day. 

3 What do most Australians do on Australia Day? 

4 On Australia Day Australians dress up. 

5 Australians love the ocean. 

6 In Australia people go surfing every day. 

Grammar blz 79 TB

Snappen jullie deze grammatica al? 

De tegenwoordige tijd (present simple) is met de shit regel. Bij he, she, it komt er een -s achter het werkwoord

I work, she works

De present simple gebruik je bij: feiten, regelmaat of gewoontes

Present continuous

Ook een tegenwoordige tijd maar deze gebruik je als er NU of OP DIT MOMENT iets aan de gang is.

Je maakt deze tijd door het werkwoord to be te gebruiken(I am, you are, he/she/it is, we are, you are, they are +

het werkwoord eindigt op -ing

I am doing my homework now.

Present continuous

Je gebruikt de present continuous ook in de toekomende tijd wanneer je iets van plan bent in de toekomst. Of als je een voorspelling doet waar je zeker van weet dat dit uitkomt.

Bijv: I am going to the swimming pool this afternoon. Je bent dus van plan om naar het zwembad te gaan.

Look at those dark clouds, it's going to rain. Aan de donkere luchten weet je zeker dat er een dikke bui uit gaat komen.

Will (toekomende tijd)

Will gebruik je om iets aan te bieden : I will help you with your homework. 

Wanneer je een belofte doet: I will promise a big birthday party!

Wanneer je iets aankondigt: Tomorrow it will rain!

Wanneer je een besluit neemt: We will take the 8pm train to Amsterdam.

Will

Will + hele werkwoord

I will see him soon.

will + not = WON'T

Opdracht 12 en 13 blz 35-36 WB

Probeer opdr 12 en 13 te maken. Kijk goed of het gaat om gewoontes, regelmaat of dat het feiten zijn. Vaak staat erbij hoe vaak iets gebeurt (often, every day, usually etc.) Dan gebruik je de present simple. De present continuous gebruik je als NU iets aan de gang is of wanneer iemand iets van plan is. En will gebruik je bij voorspelling, belofte (promise), aankondiging en besluiten.

Homework

Do ex 12 and 13 p 35,36 WB

Read and study p 79 TB