In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
herhaling
Hoe bereken je de gemiddelde snelheid?
Uit een (s,t)-diagram kan je de ... halen
Uit een (v,t)-diagram kan je de ... halen
Hoe bereken je de zwaartekracht
Hoe bereken je de resultante kracht
Slide 1 - Tekstslide
Hoe bereken je de zwaartekracht
Slide 2 - Open vraag
Hoe bereken je de gemiddelde snelheid
Slide 3 - Open vraag
Wat kun je uit een S/t diagram halen
Slide 4 - Open vraag
Wat kun je uit een V/t diagram halen
Slide 5 - Open vraag
Hoe bereken je de resulterende kracht
Slide 6 - Open vraag
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wanneer een kracht arbeid verricht
Je kunt rekenen met W = F * s
Je kunt uitleggen wanneer de arbeid positief of negatief is
Slide 7 - Tekstslide
Je kunt uitleggen wanneer een kracht arbeid verricht
Slide 8 - Tekstslide
Je kunt rekenen met W = F * s
Slide 9 - Tekstslide
Je kunt uitleggen wanneer de arbeid positief of negatief is
Slide 10 - Tekstslide
De rendieren van de kerstman leveren arbeid. Wat is arbeid eigenlijk?
A
Tja
B
Goede vraag
C
die gekke h
D
kracht * afstand
Slide 11 - Quizvraag
De negatieve arbeid op een auto zorgt ervoor dat:
A
De auto sneller gaat
B
De auto achteruit beweegt
C
De auto remt
D
Dat kun je niet weten
Slide 12 - Quizvraag
De arbeid die de luchtweerstandskracht verricht, is altijd negatief.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de invloed van de snelheid op de te leveren arbeid? Hoe groter de snelheid, hoe ........... de te leveren arbeid.
A
Groter
B
Kleiner
C
Maakt niet uit
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de eenheid van Arbeid
A
N
B
Nm
C
J
D
W
Slide 15 - Quizvraag
De definitie formule voor arbeid is...
A
W = Δ Ek
B
W = m g h
C
W = P t
D
W = F s
Slide 16 - Quizvraag
resulterende kracht berekenen doe je door
A
Krachten in dezelfde richting van elkaar af te halen
B
Krachten in dezelfde richting bij elkaar op te tellen
C
Krachten in tegengestelde richting op te tellen
D
Krachten in tegengestelde richting van elkaar af te halen
Slide 17 - Quizvraag
Juist of onjuist? Als de resulterende kracht op een voorwerp nul is, is ook de snelheid van dat voorwerp nul
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Wat kan jij zeggen over de resulterende kracht
A
de fietser versnelt
B
de fietser vertraagd
C
de fietser fietst constant
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de resulterende kracht?
A
100 N
B
60 N
C
40 N
D
0 N
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de resulterende kracht
A
Versnelt 175N
B
Vertraagd 175N
C
Vertraagd 125
D
Constant
Slide 21 - Quizvraag
Jochem duwt een zijn opa in een rolstoel 1,5 km ver de kracht die hij hiervoor moet uitoefenen is 0,5 kN bereken de arbeid
A
750 J
B
0,75J
C
75000J
D
750000 J
Slide 22 - Quizvraag
Achmed fietst met een constante snelheid, hij ondervindt een weerstandskracht van 180N Hoe groot is de kracht die hij moet uitoefenen
A
0N
B
90N
C
180N
D
360N
Slide 23 - Quizvraag
Achmed fietst met een constante snelheid, hij ondervindt een weerstandskracht van 180N Hoeveel arbeid moet hij per meter verrichten
A
0J
B
18.000J
C
180J
D
1,8J
Slide 24 - Quizvraag
Bij het gewichtheffen lukt het een deelnemer om een gewicht van 200 kg boven zijn hoofd te krijgen op 2,2m hoogte. Bereken de arbeid die daar voor nodig is.
Slide 25 - Open vraag
Een stoel, 25kg, wordt met een constante snelheid verschoven. Hierbij is een spierkracht van 180N nodig. Bereken de arbeid die de spieren toevoegen om de stoel 250 cm te verschuiven
Slide 26 - Open vraag
Een hondenslee met 6 honden leggen een afstand af van 48 km De totale verrichte arbeid is 3,2 MJ Bereken hoeveel kracht elke hond uit moet oefenen
Slide 27 - Open vraag
Een jonge trekt een slee voort. De arbeid die hij hiervoor verricht is 4320 J Bereken de kracht die hij uitoefend als de jongen de slee 12 m trekt.
Slide 28 - Open vraag
Je tilt een tas van 5,0 kg op van de grond en zet hem op een tafel met een hoogte van 70 cm. Hoe groot is de arbeid die je verricht?
A
34 J
B
3,4 J
C
343 J
D
0 J
Slide 29 - Quizvraag
Kees duwt een la dicht. Zijn spierkracht verricht hierbij een arbeid van 1,2 J hij heeft een kracht nodig van 8N bereken hoever de la open staat in cm
Slide 30 - Open vraag
Herhaling
Je kunt uitleggen wanneer een kracht arbeid verricht
Je kunt rekenen met W = F * s
Je kunt uitleggen wanneer de arbeid positief of negatief is