bbl aht overzicht en vragen beantwoorden

Opdracht: omgaan met agressie
Geef met een voorbeeld aan hoe je op de juiste wijze omgaat met verbale instrumentele agressie
Geef met een voorbeeld aan hoe je omgaat met verbale frustatie agressie
Dit hoort bij criteria 1 en 2

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Opdracht: omgaan met agressie
Geef met een voorbeeld aan hoe je op de juiste wijze omgaat met verbale instrumentele agressie
Geef met een voorbeeld aan hoe je omgaat met verbale frustatie agressie
Dit hoort bij criteria 1 en 2

Slide 1 - Tekstslide

Frustratie vs instrumenteel
Frustratie agressie. Hierbij is de emotie hoog. Bewustzijnsvernauwing. Informatie komt niet of nauwelijks binnen. Daarom proberen meeveren/buigen door begrip te tonen en te komen tot een empatische oplossing
Instrumentele agressie: agressie wordt ingezet om doel te bereiken. Emotie is laag. Informatie komt binnen. Dit gedrag begrenzen door te confronteren. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Buigen en confronteren
Bij frustratie agressie is het gedrag zeer emotioneel: Hierbij gebruiken we Buigen (buigen van het gedrag van de ander)
Bij instrumentele agressie is het gedrag niet emotioneel: Hierbij gebruiken we Confronteren

Confronteren is wat groter gemaakt omdat je daar zelf bewust meer stemgebruik en non verbaal gedrag moet inzetten. 

Zie volgende slides voor meer uitleg

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht : emometer
Beschrijf 2 momenten van jezelf en 2 van een ander waarin jij of de ander hoog zat. 
Dit hoort bij beoordelingscriteria 3 en 4

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijf de 4 manieren van conflicthantering
Dit hoort bij criteria 5

Slide 7 - Tekstslide

4 manieren van conflicthanteren (5)
In het volgende plaatje zie je 4 manieren van reageren waarin jij actief naar de ander iets doet om te proberen hem of haar kalm te krijgen namelijk:
Afleiden
Buigen
Confronteren
Doelbewust Negeren

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht : omgaan met agressie vroeger en nu

Beschrijf hoe er vroeger in jouw gezin waarin je bent opgegroeid werd omgegaan met ruzies en conflicten.
Beschrijf hoe jij nu omgaat met agressie of spannende situaties. Dit hoort bij beoordelingscriteria 6 en 7

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht : innerlijke delen
In de volgende slides worden de 5 innerlijke delen uitgelegd. Het kan zijn dat je ze alle 5 wel bij jezelf herkend. Beschrijf waarin je jezelf herkent. Dit hoort bij beoordelingscriteria 8 en 9

Slide 17 - Tekstslide

5 innerlijke delen
1) pure kind
2) verwonding
3) overlever
4) kritisch
5) liefdevol

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Pure kind
Reageert instinctmatig
Reageert passend
Is afhankelijk van ouders en hun vermogen om passend te reageren op dit kind. 
Dit ben je als je zonder na te denken over eventuele consequenties speelt of geniet. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Verwonde kind
Heeft onveilige of onprettig situatie meegemaakt
Heeft dit op bepaalde manier ervaren en dat doet of deed pijn.
Dit roept ook in de toekomst bepaalde reacties op
Kan van alles zijn. Van het krijgen van een verkeerde kleur fiets, tot mishandeling, verlies, rouw, scheiding.


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Overlever
Wil niet opnieuw die verwonding meemaken.
Weet zich staande te houden in bepaalde situaties om zo niet bij de pijn te komen.
Overlevingsstrategie, vaak afstand houden of juist heel erg pleasen. Alles om de pijn van de oude wond niet te voelen of om niet opnieuw een wond te krijgen.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

kritische ouder
veel kritiek op zaken als zwakte, gedachten en gevoelens zoals: 
doe niet zo raar
stel je niet aan
vaak naar onszelf gericht maar ook naar anderen
Is Jakhals

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Liefdevolle ouder
staat stevig in schoenen
kijkt liefdevol naar de ander en zichzelf
geeft aandacht aan de onvervulde behoeftes van de mens. 
Zoekt achter gedrag van de ander naar wat de ander echt nodig heeft. 
Is Giraf

Slide 28 - Tekstslide

opdracht : jakhals/giraf
Verschil in beiden kunnen aangeven en van jezelf voorbeelden noemen. Dit hoort bij beoordelingscriteria 10 en 11

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

https://youtu.be/dgYFRQ1nbao?si=T_IRpo39242mfcfF

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Tekstslide