Hoofdstuk 2.2

2.2 Pinpas of portemonnee? 
Na afloop van deze les kun/weet je: 


  1. ... kun je 3 redenen om te sparen opnoemen
  2. ... weet je wat de geldfuncties zijn
  3. ... weet je wat rente is 
  4. ... kun je de rente berekenen die je op een spaarrekening ontvangt 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

2.2 Pinpas of portemonnee? 
Na afloop van deze les kun/weet je: 


  1. ... kun je 3 redenen om te sparen opnoemen
  2. ... weet je wat de geldfuncties zijn
  3. ... weet je wat rente is 
  4. ... kun je de rente berekenen die je op een spaarrekening ontvangt 

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les.....Wat hebben we geleerd?
Onze leerdoelen waren:
Aan het eind van de les kan/ weet ik
  1. ... twee soorten geld benoemen
  2. ... twee ruilvormen opnoemen
  3. ... wat elektronisch betalen is 
  4. .... een nieuw saldo uitrekenen
  5. ...  drie spaarredenen/ motieven benoemen
Huiswerk was tot en met 15  + 18 tot en met 21.

Slide 2 - Tekstslide

Redenen om te sparen
Spaarmotief
Sparen voor een doel
Sparen uit voorzorg
Sparen voor rente

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Je wilt iets kopen voor later.
Geld laten groeien met de...die je van de bank krijgt.
Om onverwachte kosten te betalen.

Slide 5 - Sleepvraag

Hamilda spaart voor een vakantie in Italië. Met welk spaarmotief/ reden wordt gespaard?
A
Sparen voor een doel
B
Sparen voor de rente
C
Sparen uit voorzorg

Slide 6 - Quizvraag

Welk spaarmotief/ reden heb je als je geld aan de kant legt voor als je scooter kapot gaat?
A
Sparen voor rente
B
Sparen uit voorzorg
C
Sparen voor een doel
D
Sparen voor een ander

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Functies van geld
Ruilmiddel
Rekenmiddel
Spaarmiddel

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Je hebt een krantenwijk.
Het geld dat je hiermee verdient, zet je op je spaarrekening.
Het geld heeft als functie
A
Ruilmiddel
B
Spaarmiddel
C
Rekenmiddel

Slide 11 - Quizvraag

Je ziet een Canada Goose jas op het internet voor 500 euro. In de winkel is deze 600 euro. De geldfunctie is hier een...
A
Ruilmiddel
B
Spaarmiddel
C
Rekenmiddel

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat is nu een procent? 
Procenten geven een deel van het geheel aan, net als een breuk.

Eén procent (1%) is            van het totaal. 

100% is het totaal.



1001

Slide 15 - Tekstslide

In een verzorgingshuis is 42% van de bewoners vrouw. Hoeveel procent van de bewoners is dan een man?

Slide 16 - Woordweb


A
10%
B
20%
C
25%
D
35%

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste breuk en procent
bij het plaatje?

Slide 18 - Open vraag

0

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Verhoudingstabellen en procenten

Slide 21 - Tekstslide


Een nieuwe smartwatch kost 300 Euro. 
Ik krijg 10% korting, hoeveel euro is dit?
A
10
B
15
C
25
D
30

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Procenten?

Slide 24 - Tekstslide

Procenten, breuken en verhoudingen

Slide 25 - Tekstslide

Nu maken: 22 tot en met 30
Nakijken van gemaakt huiswerk (met andere kleur pen!)
5 minuten; stilte, zelfstandig werken.
Geen vragen stellen

Eerst de teksten lezen dan de vragen maken
Snap je een vraag niet.. lees dan de tekst en de opdracht opnieuw.
Als je er dan niet uitkomt ga je eerst de volgende opdracht maken.
Na 5 minuten steek je je hand op en kom ik  je helpen.

Huiswerk: Wat niet af is in de les is huiswerk. 


timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide