CB drogredenen, kort verhaal met schrijfopdracht, dictee

Welkom H4
Leg je pen, papier, theorieboek en oefenboek op tafel. 
Start met NUMO in STILTE!


1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom H4
Leg je pen, papier, theorieboek en oefenboek op tafel. 
Start met NUMO in STILTE!


Slide 1 - Tekstslide

Regels les
- Als ik spreek, is het stil
- Steek je hand op als je iets wil vragen
- We luisteren naar elkaar
- We respecteren elkaars leerproces
! Actieve Werkhouding!

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag:

- Numo (al gedaan)
- Opdrachten bij kort verhaal
- Dictee
- Drogredenen

Slide 3 - Tekstslide

PTO 2:
Argumentatieleer: hoofdstuk 19 t/m 22.
Poëzie: hoofdstuk 4, 5, 8, 9, 10 + poëtische middelen B(beeldspraak) en C (stijlfiguren).
Herhaling: Inhoud en opbouw hoofdstuk 2 t/m 6.
Toets:
- leesvaardigheid, argumentatie en poëzie
- troublespeech
Numo
30 minuten per week
Werkwoorden en leestekens: 3F

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
- Aan het einde van de les heb je met NUMO geoefend
- Heb je opdrachten gemaakt bij een kort verhaal 
- Ken je verschillende drogredenen en heb je opdrachten gemaakt
- Heb je een dictee gemaakt

Slide 5 - Tekstslide

Dictee
- Docent spreekt, leerling schrijft
- Docent leest voor en herhaalt

Achteraf: gezamenlijk nakijken

Slide 6 - Tekstslide

1. Tijdens het scrollen op sociale mediakanalen kwamen de meest uiteenlopende video's langs. 

Regels:
sociale mediakanalen: zelfstandig naamwoorden die al een spatie hebben, behouden die spatie in het meervoud. 
video's: na de klinkers a, i, o, u en y komt in het meervoud een apostrof '+s

Er kwam een beeld over hoe bacterieën bacteriën de wereld overnemen. Dit filmpje werd begeleid met enorm vreemde melodiën melodieën . Op het volgende Instagramfilmpje zag ik hoe een jongen de verrukkelijkste cranberries cranberry's wegsnoepte. Als laatst zag ik zonnebadende leeuwerikken leeuweriken een bad nemen in de Haagse volkstuin. 

Slide 7 - Tekstslide

2. Er kwam een beeld over hoe bacteriën de wereld overnemen, begeleid met vreemde melodieën

Regels: 
melodieën: Als de klemtoon op -ie valt, dan eindigt het meervoud met -ieën
bacteriën: Als de klemtoon op een andere klank valt, dan eindigt het meervoud op -iën

Slide 8 - Tekstslide

3. Op het volgende Instagramfilmpje zag ik hoe een jongen de verrukkelijkste cranberry's wegsnoepte. 

Regels: 
Instagramfilmpje: met hoofdletter, want het is een eigen naam.
cranberry's: na de klinkers a, i, o, u en y komt in het meervoud een apostrof '+s

Slide 9 - Tekstslide

4. Als laatst zag ik overheerlijke perziken die je kunt eten uit plastic blikken.  

Regels: 
perziken / blikken: Bij woorden die eindigen op -ik, -es, -el, -is en -it verdubbelt de medeklinker alleen als daar de klemtoon op valt. 
plastic: De meeste stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden eindigen op -en. Maar bij nieuwe stoffen en leenwoorden uit een andere taal, gebruik je geen -en

Slide 10 - Tekstslide

Kort verhaal - 2e verhaal
- Lees het verhaal
- Schrijf op: leesdoel, tekstsoort, hoofdgedachte en kernzin per alinea
- Werk in STILTE
- Lever het in bij de docent
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Drogredenen
1. autoriteitsargument
2. Vals dilemma
3. Overhaaste generalisatie
4. Verkeerde vergelijking
5. De persoonlijke aanval
Maak aantekeningen!

Slide 12 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
1. autoriteitsargument
de autoriteit wordt verkeerd ingezet.
Bijvoorbeeld:
Een iPhone is de beste telefoon die er is, want Taylor Swift heeft er ook een.
  • Taylor Swift wordt nu als 'autoriteit' opgeroepen, maar wie zegt dat zij hier verstand van heeft.




Slide 13 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
1. autoriteitsargument
de autoriteit wordt verkeerd ingezet.
Bijvoorbeeld:
Ik zag gisteren een filmpje op Nu.nl waarom Trump de beste president is.
  • Nu.nl wordt hier als autoriteit opgeroepen, maar het gaat er natuurlijk om wat er in het filmpje wordt gezegd. Dat kan je hier niet uithalen.



Slide 14 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
2. Vals dilemma
Dilemma: er zijn twee keuzes en ze zijn allebei vervelend/moeilijk.
Vals dilemma: er lijken twee keuzes te zijn, maar er zijn wel meer keuzes.
Voorbeeld:
De keuze is simpel: Of we creëren een Europees leger, of we worden onder de voet gelopen door Rusland.
  • Het lijkt net alsof dit de enige opties zijn, maar dit zijn natuurlijk niet de enige opties. 

Slide 15 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
2. Vals dilemma
Dilemma: er zijn twee keuzes en ze zijn allebei vervelend/moeilijk.
Vals dilemma: er lijken twee keuzes te zijn, maar er zijn wel meer keuzes.
Voorbeeld:
De keuze is simpel: óf de wetenschap moet graancirkels kunnen verklaren óf graancirkels zijn het werk van aliens.
  • Het lijkt net alsof dit de enige opties zijn, maar dit zijn natuurlijk niet de enige opties. 

Slide 16 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
3. Overhaaste generalisatie
Op basis van een enkele ervaring (argument) doet een uitspraak over een groter geheel (mening).
Voorbeeld:
Ik heb drie keer een slechte film van deze regisseur gezien, dus al zijn films moeten slecht zijn.
  • Er wordt een conclusie getrokken over alle films van de regisseur op basis van slechts drie films. Deze overhaaste generalisatie houdt geen rekening met het feit dat andere films van dezelfde regisseur mogelijk goed kunnen zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
3. Overhaaste generalisatie
Op basis van een enkele ervaring (argument) doet een uitspraak over een groter geheel (mening).
Voorbeeld:
Mijn vriendinnen uit Italië houden allemaal van pasta, dus alle Italianen moeten van pasta houden
  • De spreker gaat ervan uit dat wat voor haar vriendinnen geldt, ook geldt voor alle Italianen. Dit is een overhaaste generalisatie, aangezien niet alle Italianen noodzakelijkerwijs van pasta houden, ondanks dat het in de Italiaanse cultuur een belangrijk gerecht is.

Slide 18 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
4. Verkeerde vergelijking
Er wordt een verkeerde vergelijking getrokken als iemand een vergelijking maakt tussen twee zaken, terwijl er meer verschillen dan overeenkomsten zijn.
Voorbeeld:
Het is net zo dom om je mobiel niet mee te nemen naar school als om zonder boeken naar school te gaan.
  • Dit is een verkeerde vergelijking, omdat de vergelijking tussen een mobiel en boeken niet logisch is. Boeken zijn essentieel voor het leren, terwijl een mobiel meestal niet noodzakelijk is voor de schoolactiviteiten, en het niet meenemen van een mobiel heeft andere gevolgen dan het niet meenemen van boeken.


Slide 19 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
4. Verkeerde vergelijking
Er wordt een verkeerde vergelijking getrokken als iemand een vergelijking maakt tussen twee zaken, terwijl er meer verschillen dan overeenkomsten zijn.

Voorbeeld:
Roken is net zo gevaarlijk als het drinken van alcohol, dus als we roken verbieden, moeten we ook alcohol verbieden."
  • Uitleg: Deze vergelijking gaat mank omdat roken en alcohol verschillende soorten risico's met zich meebrengen en op andere manieren effect hebben op de gezondheid. De vergelijking tussen de twee negeert de verschillen in hun gebruik, risico’s en de impact op de samenleving, waardoor het geen valide basis vormt voor een conclusie.

Slide 20 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
5. De persoonlijke aanval
Niet het onderwerp of standpunt staat ter discussie, maar er wordt ingegaan op de persoon die het onderwerp of standpunt maakt.
Voorbeeld:
Je hebt geen recht om te klagen over de politiek, want je hebt nog nooit gestemd!
  • De spreker valt de persoon aan op zijn of haar gedrag (het niet stemmen) in plaats van de inhoud van de klacht over de politiek. Dit maakt de klacht van de ander niet onterecht, ongeacht hun stemgedrag.

Slide 21 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
5. De persoonlijke aanval
Niet het onderwerp of standpunt staat ter discussie, maar er wordt ingegaan op de persoon die het onderwerp of standpunt maakt.
Voorbeeld:
Jij hebt geen recht van spreken, we hebben het hier over  migratie van Turken en jij komt helemaal niet uit Turkije. 
  • De spreker valt de persoon aan op zijn nationaliteit in plaats van de inhoud van het standpunt. Wat iemands nationaliteit is zegt niets over of die persoon verstand heeft van het onderwerp/standpunt. 

Slide 22 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
5 drogredenen besproken







Zelf aan de slag! - FLUISTERTOON
 --> p. 106 werkboek en maak opdr 5 t/m 8
We kijken het samen na

1. autoriteitsargument
2. Vals dilemma
3. Overhaaste generalisatie
4. Verkeerde vergelijking
5. De persoonlijke aanval
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen
- Aan het einde van de les heb je met NUMO geoefend
- Heb je opdrachten gemaakt bij een kort verhaal
- Ken je verschillende drogredenen en heb je opdrachten gemaakt
- Heb je een dictee gemaakt

Slide 24 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 25 - Open vraag