Vragers & Aanbieders H2 Verzekeren tegen risico

VERZEKEREN



Verzekeren tegen risico

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

VERZEKEREN



Verzekeren tegen risico

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Een verzekering sluit je af als je kans hebt op ................             
en je wilt dat het vergoed wordt door de verzekering.

Verzekeren is het overnemen van de ..................................                              
van een schade van een verzekerde door een verzekeraar. 
Een  ............................................   noem je ook wel een verzekeringsmaatschappij.

De .................................... is degene die een verzekering afsluit bij een verzekeraar. 

De ............................................. is het bedrag dat je voor de verzekering moet betalen.
verzekerde
financiële gevolgen
verzekeraar
premie
schade

Slide 3 - Sleepvraag

Wat betekent asymetrische informatie voor de verzekeringsmaatschappij?
A
Verzekerde heeft meer informatie dan verzekeraar
B
Je beschikt allebei niet over de juiste informatie
C
Verzekeraar heeft meer informatie dan verzekerde
D
Verzekerde is iemand anders dan de verzekeringsnemer

Slide 4 - Quizvraag

Wat is averechtse selectie ?
timer
0:10
A
als de verzekeraar premiedifferentiatie toepast
B
als de slechte risico's de verzekering verlaten
C
Als de goede risico's de verzekering verlaten
D
Als iedereen zich verzekert

Slide 5 - Quizvraag

Een verzekeraar heeft twee even grote groepen verzekerden:
Groep A: kans op schade 10%, gemiddeld schadebedrag € 600.
Groep B: kans op schade 30%, gemiddeld schadebedrag € 1000.
Er is sprake van a-symmetrische informatie.
De premie bedraagt dan:
A
€ 60
B
€ 300
C
€ 160
D
€ 180

Slide 6 - Quizvraag

Een verzekeraar heeft twee even grote groepen verzekerden:
Groep A: kans op schade 10%, gemiddeld schadebedrag € 600.
Groep B: kans op schade 30%, gemiddeld schadebedrag € 1000.
Vanwege de a-symmetrische informatie, kan de verzekeraar geen..

A
Eigen risico instellen
B
Premie-differentiatie toepassen
C
Bonus-malusladder toepassen
D
Transactiekosten maken

Slide 7 - Quizvraag

Een verzekeraar heeft twee even grote groepen verzekerden:
Groep A: kans op schade 10%, gemiddeld schadebedrag € 600.
Groep B: kans op schade 30%, gemiddeld schadebedrag € 1000.
De verzekeraar kan geen premiedifferentiatie toepassen.
Er ontstaat averechtse selectie doordat:
A
Groep A zich niet langer verzekert
B
Groep B zich niet langer verzekert
C
Groep A en B zich niet langer verzekeren
D
Zowel groep A als groep B zich blijven verzekeren

Slide 8 - Quizvraag

Wat is GEEN goed middel om averechtse selectie tegen te gaan?
A
Premie differentiatie
B
Verplicht stellen verzekering
C
Bonus-malus
D
Instellen eigen risico

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een goed middel om moreel wangedrag tegen te gaan?
A
Premie differentiatie
B
Verplicht stellen verzekering
C
Bonus-malus
D
Instellen eigen risico

Slide 10 - Quizvraag

Twee beweringen over verwachte schade.
I De verwachte schade = kans op schade x gemiddeld schadebedrag.
II Hoe hoger de verwachte schade, hoe lager de premie.

Welke bewering(en) is/zijn goed?
A
beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
beide zijn fout

Slide 11 - Quizvraag

In Brabant staan 1.500.000 auto's geregistreerd met een gemiddelde dagwaarde van € 14.000. Jaarlijks wordt 1% van de auto's gestolen. Een verzekeringsmaatschappij wil 30% van deze auto's verzekeren tegen diefstal. Op de verzekeringspremie berekent de verzekeringmaatschappij een kosten- en winstopslag van 15%. Bereken de jaarpremie.

A
€ 140
B
€ 161
C
€ 175
D
€ 181

Slide 12 - Quizvraag

Als personen die op vakantie gaan een reisverzekering afsluiten, blijken ze nogal eens waardevolle spullen te verliezen.
Dit is een voorbeeld van ...
A
moral hazard
B
risico-aversie
C
averechtse selectie
D
asymmetrische informatie

Slide 13 - Quizvraag

Als personen die op vakantie gaan een reisverzekering afsluiten, betalen ze een hogere premie als ze gevaarlijke sporten doen.
Dit is een voorbeeld van ...
A
moral hazard
B
risico-aversie
C
averechtse selectie
D
premiedifferentiatie

Slide 14 - Quizvraag

Bij welke verzekering is averechtse selectie niet mogelijk omdat verzekeren verplicht is?

A
reisverzekering
B
basisverzekering ZVW
C
arbeidsongeschikt- heidsverzekering
D
allrisk autoverzekering

Slide 15 - Quizvraag

Het bonus/malussysteem is een voorbeeld van ...


A
eigen risico
B
moral hazard
C
averechtse selectie
D
premiedifferentiatie

Slide 16 - Quizvraag

Hoe noem je het als mensen met een laag risico bereid zijn te betalen voor mensen met een hoog risico?
A
Risicospreiding
B
Solidariteit
C
Risicoaversie
D
Moral hazard

Slide 17 - Quizvraag

Een zorgverzekeraar heeft te maken met mensen die op het aanvraagformulier niet invullen dat ze roken. Om welk risico gaat het hier?
A
Asymmetrische informatie
B
Moral hazard
C
Averechtse selectie
D
Moreel wangedrag

Slide 18 - Quizvraag