Woordenschat H3

Welkom bij Nederlands
Brugklas havo/vwo
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
Brugklas havo/vwo

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Leerdoelen
- Quiz woordenschat (woordraadstrategieën)
- Uitleg woordenschat 'zoek een voorbeeld'
- Oefenen woordraadstrategieën
- Quiz woordenschat
- Oefenen woordraadstrategieën/lezen boek 2

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
- Ik kan de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een voorbeeld.

Slide 3 - Tekstslide

Quiz woordenschat
Woordraadstrategieën

Slide 4 - Tekstslide

Welke strategieën ken je om achter de betekenis van een onbekend woord in een tekst te komen?

Slide 5 - Woordweb

Een synoniem is ...
A
... een ander woord met de tegenovergestelde betekenis.
B
... een ander woord met dezelfde betekenis.
C
... een woord dat lijkt op een ander woord.
D
... een onbekend woord in een tekst.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een omschrijving en een definitie van een woord?
Antwoord vraag
Een definitie is nauwkeurigere bepaling van een woord dan een omschrijving.

Slide 7 - Open vraag

Uitleg 'zoek een voorbeeld'
- Soms gebruiken teksten voorbeelden om moeilijke begrippen uit te leggen. 
- Voorbeelden staan vaak: na signaalwoorden, na dubbele punten of voorafgaand aan een moeilijk woord/begrip. 

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg 'zoek een voorbeeld'
- Signaalwoorden: bijvoorbeeld, zoals, denk maar aan, neem nou, zo. Wat weet jij van alternatieve geneeswijzen, zoals acupunctuur?
- Dubbele punt: Zelfstandig naamwoorden kennen drie geslachtsoorten: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. 
- Voorafgaand moeilijk woord: Houdingsproblemen en schouderklachten, tabletnekken, zijn hardnekkig. 

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen woordraadstrategieën
- Maak opdracht 1 t/m 3 van woordenschat H3 (online of uit je boek)

Slide 10 - Tekstslide

Bespreken opdrachten

Slide 11 - Tekstslide

Aan welke tekstelementen kan je voorbeelden in een tekst herkennen?
A
Zo, neem nou, en, of
B
Bijvoorbeeld, zoals
C
Om te beginnen, als, tegenover
D
Ook, denk aan, verder

Slide 12 - Quizvraag

Aan welke tekstelementen kan je voorbeelden in een tekst herkennen?

Slide 13 - Woordweb

Wat is een 'heldendaad'?

Slide 14 - Open vraag

Oefenen woordraadstrategieën
- Maak opdracht 4 t/m 6 van woordenschat H3 (online of uit je boek)

Slide 15 - Tekstslide

Bespreken opdrachten

Slide 16 - Tekstslide