Leg je boek, werkboek, schrift en pen op een stapeltje op de hoek van je tafel
Pak je laptop en zorg dat je bij deze les in LessonUp komt.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1
In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Welkom m1b!
Leg je boek, werkboek, schrift en pen op een stapeltje op de hoek van je tafel
Pak je laptop en zorg dat je bij deze les in LessonUp komt.
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
- Je leert wat priemgetallen zijn
- Je leert de begrippen som, verschil, product en quotiënt
- Maken opgave 18 t/m 26
Slide 2 - Tekstslide
Priemgetal
Een priemgetal is een getal wat je alleen kunt delen door het getal 1 en door het getal zelf.
Slide 3 - Tekstslide
Priemgetallen
In het honderdveld hiernaast is het getal 1 doorgestreept.
Slide 4 - Tekstslide
Priemgetallen
In het honderdveld hiernaast is het getal 1 doorgestreept.
Nu gaan we alle getallen deelbaar door 2 doorstrepen behalve 2 zelf!
Slide 5 - Tekstslide
Priemgetallen
In het honderdveld hiernaast is het getal 1 doorgestreept.
alle veelvouden van 2
Nu gaan we alle getallen deelbaar door 3 doorstrepen behalve 3 zelf!
Slide 6 - Tekstslide
Priemgetallen
deelbaar door 4 die zijn al weggestreept (deelbaar door 2)!
nu alle veelvouden van 5 behalve 5 zelf.
Slide 7 - Tekstslide
Priemgetallen
deelbaar door 6 hoeft niet omdat 6 een veelvoud is van 2 en 3.
Alle veelvouden van 7 behalve 7 zelf.
Slide 8 - Tekstslide
Priemgetallen
Veelvoud van 8 is hetzelfde als veelvoud van 2
Veelvoud van 9 is veelvoud van 3.
We hebben nu nog een paar getallen over.
Slide 9 - Tekstslide
Priemgetallen
Deze getallen zijn alleen nog maar deelbaar door 1 en door zichzelf: 2, 3, 5, 7, 11, 13, 17, 19, 23, 29, 31, 37, 41, 43, 47, 53, 59, 61, 67, 71, 73, 79, 83, 89, 97.
En dit noemen we
Priemgetallen
Slide 10 - Tekstslide
Som
De uitkomst van twee getallen die je bij elkaar optelt noem je de som van die twee getallen.
De som van 2 getallen is dus hetzelfde als 2 getallen optellen.
de som van 5 en 10 = 5 + 10 =15
Slide 11 - Tekstslide
Verschil
De uitkomst van twee getallen die je van elkaar afhaalt noem je het verschil van die twee getallen.
Het verschil van 2 getallen is dus hetzelfde als 2 getallen van elkaar afhalen.
het verschil van 50 en 30 = 50 - 30 = 20
Slide 12 - Tekstslide
Product
Het product van twee getallen is hetzelfde als twee getallen met elkaar vermenigvuldigen.
het product van 5 en 3 = 5 x 3 = 15
Slide 13 - Tekstslide
Quotient
De uitkomst van twee getallen die je op elkaar deelt noem je het quotient.
Het quotient van 2 getallen is dus hetzelfde als 2 getallen delen
het quotient van 75 en 25 = 75 : 25 = 3
Slide 14 - Tekstslide
Wat is de som van 20 en 5?
A
4
B
15
C
100
D
25
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het verschil van 35 en 7?
A
5
B
28
C
42
D
245
Slide 16 - Quizvraag
Wat is het product van 100 en 2?
A
200
B
102
C
98
D
50
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het quotiënt van 56 en 4?
A
60
B
52
C
14
D
224
Slide 18 - Quizvraag
Bedenk nu zelf een opgave met som, verschil, product of quotiënt. Zorg dat je het antwoord ook weet!
Slide 19 - Open vraag
Maak opgave 18 t/m 26
Blz. 96-99 in je boek, blz. 37 in je werkboek
Slide 20 - Tekstslide
3 afsluitvragen:
1) Welk(e) getal(len) is/zijn priem?
7 11 15 63 71 102
2) Bereken het product en het verschil van 3 en 11
3) Hoeveel is het verschil tussen het product van 4 en 2 en het quotiënt van 4 en 2?