Lesbrief 4

Lesbrief 4
Etalages maken
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Lesbrief 4
Etalages maken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Etalage bouwen
Een etalage bouw je op uit de volgende onderdelen:
  • artikelen (die je wilt verkopen)
  • opbouwmateriaal
  • decoratiemateriaal (vaak in een thema zoals winter of Kerst)
  • kleur
  • licht





Slide 3 - Tekstslide

Soorten etalage
Open etalage: hier kan de voorbijganger van buitenaf de winkel in kijken. 
Gesloten etalage: hier kan een voorbijganger van buitenaf niet in de winkel kijken. Hij ziet alleen de etalage.
Halfgesloten etalage: hier is de etalage voor een deel van de winkel afgescheiden, bijvoorbeeld met lamellen of panelen. Je kan dus deels de winkel inkijken.

Slide 4 - Tekstslide

Soorten etalage
  • Gesloten etalage

  • Halfgesloten etalage

  • Open etalage
     

Slide 5 - Tekstslide

compostievormen
symmetrisch
asymmetrisch

Slide 6 - Tekstslide

compostievormen
symmetrisch
asymmetrisch

Slide 7 - Tekstslide

compostievormen
piramide of driehoekscompositie
asymmetrisch

Slide 8 - Tekstslide

compositie

Slide 9 - Tekstslide

Is deze etalage open half open of gesloten?
A
open
B
halfgesloten
C
gesloten

Slide 10 - Quizvraag

En deze?
A
open
B
halfgesloten
C
gesloten

Slide 11 - Quizvraag

Deze etalage is.....
A
symmetrisch
B
a-symmetrisch

Slide 12 - Quizvraag

Welk compositielijn zie je hier?
A
horizontaal
B
verticaal
C
diagonaal

Slide 13 - Quizvraag

Welke compositie-vorm zie je hier?

Slide 14 - Open vraag

2
3
Artikel
Decoratiemateriaal 
Opbouwmateriaal

Slide 15 - Sleepvraag

eyecatcher (blikvanger)
Een blikvanger (of eyecatcher) 
vangt als eerste de blik van de klant. 

Met als doel om de aandacht van de klant, de blik van de klant, naar de etalage of presentatie te trekken

Uiteindelijke doel: de winkel in krijgen en verkopen!

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Etalageplan
Winkeliers werken vaak met een etalageplan, daarin staat:
  1. hoe vaak je de etalage moet vernieuwen (tijd)
  2. het thema van de etalage (voorjaar, carnaval, kerstmis)
  3. op welke consumenten de etalage zich richt (doelgroep)
  4. de kosten (budget)
  5. wat op welke plaats komt
  6. welke artikelen je gebruikt
  7. de hulpmiddelen die je gebruikt.

Slide 18 - Tekstslide

AIDA
Een goede etalage gaat uit van AIDA. 
Ze trekt de Aandacht, is Interessant, stimuleert een behoefte (Desire) en zet aan tot Actie.




Slide 19 - Tekstslide

AIDA
Aandacht
Een goede etalage trekt de aandacht. Een etalage heeft een stopkrachteffect. Dat wil zeggen dat de winkelende voorbijganger even de pas inhoudt of stilstaat. Je spreekt ook wel over een etalage met een hoge attentiewaarde.




Slide 20 - Tekstslide

AIDA
Interessant
De etalage geeft informatie over wat voor soort winkel het is en welke artikelen er te koop zijn.




Slide 21 - Tekstslide

AIDA
Stimuleren van een behoefte (Desire)
Door de etalage goed en aantrekkelijk in te richten zorg je ervoor dat klanten binnen willen kijken en hun behoefte gestimuleerd wordt.





Slide 22 - Tekstslide

AIDA
Actie
Door de etalage moet de voorbijganger een beeld krijgen van wat in de winkel te koop is. De etalage moet hem aanzetten om tot actie over te gaan en dus de winkel in te gaan. Je noemt dit de zuigkracht van een etalage.




Slide 23 - Tekstslide

Waar staat de afkorting AIDA voor?

Slide 24 - Open vraag

Als een voorbijganger bij een etalage even de pas inhoudt of stilstaat noemen we dit...?
A
Zuigkracht
B
Attentiewaarde
C
eycatcher
D
Stopkracht

Slide 25 - Quizvraag

Als een voorbijganger door het zien van een mooie etalage de winkel binnengaat, noemen we dit...?
A
Zuigkracht
B
Attentiewaarde
C
eycatcher
D
Stopkracht

Slide 26 - Quizvraag