10.3 opbouw van zouten

10.3 opbouw van zouten
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

10.3 opbouw van zouten

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
Moleculaire stoffen geef je een naam 
met een grieks telwoord. 

Bijvoorbeeld CO2 is koolstofdioxide
Griekse telwoorden
1. Mono
2. Di
3. Tri
4. Tetra
5. Penta

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de naam van NO
2

Slide 3 - Open vraag

Wat is de naam van PO
2
5

Slide 4 - Open vraag

Wat is de formule van zwaveltrioxide

Slide 5 - Open vraag

Weetjes over zouten
Zouten geef je geen naam met griekse telwoorden. 
Zouten zijn opgebouwd uit ionen
zouten zijn opgebouwd uit een metaalion en een niet-metaalion
Het metaalion staat altijd vooraan
Zouten zijn altijd vast bij kamertemperatuur
Zouten die je moet kennen vind je in tabel 35 van Binas

Slide 6 - Tekstslide

Hoe geef je een zout een naam
De naam van het zout is altijd de naam van het metaal + de toevoeging uit de tabel hieronder. 

Bijvoorbeeld:
Al2O3





Bij een moleculaire stof zou dat dialuminiumtrioxide zijn. 
Bij een zout is het gewoon aluminiumoxide

Slide 7 - Tekstslide

Triviale naam
Soms heeft een zout een triviale naam. Dit is een naam die in de volksmond zo gebruikt wordt.  Triviale namen vind je in Binas.


Je kunt het vergelijken met jouw officiele naam en je roepnaam.

Slide 8 - Tekstslide

Romeinse cijfers
Soms kan een atoom meer ladingen hebben.
In dat geval gebruik je een Romeins Cijfer
dat overeenkomt met de lading.


Fe2+
Fe3+

IJzer(II)ion
IJzer(III)ion

Slide 9 - Tekstslide

Zouten herkennen aan kleur
Sommige zouten kun je herkennen aan hun kleur als je ze oplost in water. 

Koper geeft een blauwe kleur
IJzer(II) geeft een lichtgroene kleur
IJzer(III) geeft een lichtbruine kleur

Slide 10 - Tekstslide


A
alleen Klaas heeft gelijk
B
alleen Nienke heeft gelijk
C
geen van beide heeft gelijk
D
ze hebben allebei gelijk

Slide 11 - Quizvraag

Sleep de triviale naam naar de juiste rationele naam
calciumcarbonaat
distikstofmonooxide
ethanol
natriumchloride
methanol
zwavelzuur
alcohol
calciet
houtgeest
lachgas
keukenzout
vitriool

Slide 12 - Sleepvraag