Binnen de EU zijn de economische grenzen vervallen, waardoor de lidstaten samen een interne markt vormen. Dat is goed voor de onderlinge handel.
Dat doen ze door...
Slide 9 - Tekstslide
Binnen de EU hebben we:
Binnen de EU is er:
Slide 10 - Tekstslide
Binnen de EU hebben we:
Binnen de EU is er:
Slide 11 - Tekstslide
Binnen de EU hebben we:
Binnen de EU is er:
Slide 12 - Tekstslide
Binnen de EU hebben we:
Binnen de EU is er:
Slide 13 - Tekstslide
EU EMU
Slide 14 - Tekstslide
Eurozone
Veel EU-landen nemen deel aan de EMU en hebben de euro als wettig betaalmiddel.
Deze landen vormen samen de eurozone.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Oneerlijke concurrentie binnen de EU
De interne markt van de EU is goed voor de handel tussen de EU-landen. Toch zijn er tussen de EU-landen nog grote verschillen, omdat elk land ook nog eigen wetten en regels heeft.
Elk land heeft zijn eigen btw-tarief.
Het komt voor dat het ene EU-land strengere milieuregels heeft dan een ander EU-land. Dit zorgt voor oneerlijke concurrentie tussen EU-landen.
De Europese regering probeert de regels gelijk te trekken, maar daar moeten alle lidstaten het dan wel met elkaar over eens zijn.
Slide 17 - Tekstslide
Eén munt
De handel tussen landen gaat een stuk makkelijker als ze allemaal dezelfde munt gebruiken.
Waarom?
je de prijs van producten dan beter met elkaar kunt vergelijken
je dan geen kosten maakt voor het omwisselen van valuta’s
Slide 18 - Tekstslide
Vreemde valuta
De landen uit de eurozone drijven ook veel handel met o.a. de Verenigde Staten en Japan, die andere munteenheden hebben.
Slide 19 - Tekstslide
Vreemde valuta
De landen uit de eurozone drijven ook veel handel met o.a. de Verenigde Staten en Japan, die andere munteenheden hebben.
Slide 20 - Tekstslide
Vreemde valuta
De landen uit de eurozone drijven ook veel handel met o.a. de Verenigde Staten, Japan en Zuid-Afrika, die andere munteenheden hebben.
Slide 21 - Tekstslide
Vreemde valuta
De landen uit de eurozone drijven ook veel handel met o.a. de Verenigde Staten, Japan en Zuid-Afrika, die andere munteenheden hebben.
Slide 22 - Tekstslide
Maken van de opdrachten paragraaf 7.2
7 minuten; stilte, zelfstandig werken.
Geen vragen stellen.
Snap je een vraag niet.. lees dan de tekst en de opdracht opnieuw.
Als je er dan niet uitkomt ga je eerst de volgende opdracht maken.
Huiswerk: Wat niet af is in de les is huiswerk.
timer
10:00
1. Eerst de blauwe blokjes lezen...
2. Maken samenvattende vragen opdracht 12 t/m 20
3. Maken vanaf blz. 100 opdracht 20-22-24-27-28-34