Paragraaf 3.4: Nederland in het Interbellum

Wat veroorzaakte onvrede in Duitsland in de jaren '20?
A
De gevolgen van het Verdrag van Versailles
B
De overwinning in de Eerste Wereldoorlog
C
De oprichting van de Weimarrepubliek
D
De introductie van de mark
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat veroorzaakte onvrede in Duitsland in de jaren '20?
A
De gevolgen van het Verdrag van Versailles
B
De overwinning in de Eerste Wereldoorlog
C
De oprichting van de Weimarrepubliek
D
De introductie van de mark

Slide 1 - Quizvraag

Wat veroorzaakte hyperinflatie in Duitsland?
A
Door het drukken van te veel geld
B
Door stijgende lonen in de industrie
C
Door de sterke economie van de VS
D
Door de groei van de export

Slide 2 - Quizvraag

Wat was een reden voor Hitler's opkomst?
A
De democratische regering die goed functioneerde
B
De hoge werkloosheid en armoede
C
De populariteit van de Weimarrepubliek
D
De sterke economische groei

Slide 3 - Quizvraag

Wat was het doel van het Dawesplan?
A
Een plan om Duitsland te straffen voor de Eerste Wereldoorlog
B
Een plan om het leger van Duitsland te versterken
C
Een plan om de industrie in Frankrijk te ontwikkelen
D
Een plan om de Duitse economie te stabiliseren door leningen te verstrekken

Slide 4 - Quizvraag

Wat was een gevolg van de beurskrach?
A
Massale werkloosheid
B
Toename van investeringen
C
Stabiliteit van de economie
D
Verlies van spaargelden

Slide 5 - Quizvraag

3.4: Nederland in het Interbellum
De economische crisis trof ook Nederland. De overheid ging bezuinigen, wat ervoor zorgde dat de crisis langer duurde dan nodig. Desondanks kregen totalitaire ideologieën geen voet aan de grond in Nederland.

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen 3.4
3.4A: Je kunt uitleggen aan de hand van de aanpassingspolitiek en werkverschaffingsprojecten hoe de politiek onder leiding van Colijn handelde tijdens de economische crisis van de jaren ‘30.
3.4B: Je kunt verklaren waarom totalitaire ideologieën zoals het communisme en fascisme geen voet aan de grond kregen in de Nederlandse politiek.
3.4C: Je kunt uitleggen waarom Nederland neutraal wilde blijven en hoe Nederland dit aanpakte.

Slide 7 - Tekstslide

(Economische) crisis
  • Colijn (ARP): Aanpassingspolitiek, minder uitgeven door lagere belastinginkomsten = bezuinigen
  • Werklozen werden ingezet bij werkverschaffingsprojecten
  • Gevolg: Werkloosheidsuitkeringen verlaagd, mensen hebben minder te besteden en kochten dus minder, ging hierdoor met bedrijven slechter en ging het nog slechter met economie.
  • Hierdoor duurde crisis in NL langer!
3.4A

Slide 8 - Tekstslide

Verzuiling zet door
  • Door verzuiling krijgen nieuwe stromingen weinig belangstelling (o.a. door geen deelname WOI)
  • Nederland bleef een democratie
  • Nationaal Socialistische beweging (NSB), fascistische partij onder leiding van Anton Mussert
  • Nooit meer dan 8% van de stemmen!
3.4B

Slide 9 - Tekstslide

Neutraal blijven
  • Oorlog zat eraan te komen!
  • Hoop op Nederlandse neutraliteit
  • Amper reactie op gebeurtenissen in Duitsland, zoals Kristallnacht
  • Duitse joden vluchten naar Nederland, worden teruggestuurd.
  • Olympische Spelen van 1936 worden door Nederland NIET geboycot; 
3.4C

Slide 10 - Tekstslide

Beschrijf hoe de aanpassingspolitiek van Colijn tijdens de economische crisis van de jaren '30 heeft bijgedragen aan de bestrijding van de crisis.

Slide 11 - Open vraag

Leg uit waarom totalitaire ideologieën zoals het communisme en fascisme in de jaren '30 geen grote aanhang kregen in Nederland.

Slide 12 - Open vraag

Leg uit waarop de hoop van Nederland op neutraliteit gebaseerd was.

Slide 13 - Open vraag

Bekijk de afbeelding. Waarom wordt Colijn als stuurman afgebeeld?

Slide 14 - Open vraag

Opdrachten 3.4:
Ontstaan crisis: 2, 3
NL tijdens Interbellum: 4
Hendrik Colijn: 5
Verzuiling: 6
Nationaal-socialisme: 7, 8
Neutraliteit: 9
Samenvattend: 10




Opdrachten 3.2:
Hyperinflatie: 2
Republiek van Weimar: 3, 4
Dawesplan: 5
Crisis in VS: 6
Crisis in NL: 7
Opkomst fascisme: 8, 9, 11
Propaganda: 10
Samenvattend: 12

Slide 15 - Tekstslide

Welke maatregelen nam Colijn tegen de crisis?
A
Verhogen van belastingtarieven
B
Investeren in buitenlandse oorlogen
C
Afschaffen van sociale voorzieningen
D
Bezuinigingen op overheidsuitgaven

Slide 16 - Quizvraag

Waarom kregen totalitaire ideologieën geen aanhang?
A
De bevolking was pro-fascistisch
B
Nederland had een sterke democratische traditie
C
Communisme werd sterk gesteund door het volk
D
Er was veel armoede en werkloosheid

Slide 17 - Quizvraag

Waarom wilde Nederland neutraal blijven?
A
Om oorlog te vermijden en te beschermen
B
Om economische voordelen te behalen
C
Omdat Nederland geen leger had
D
Om bondgenootschappen met Duitsland

Slide 18 - Quizvraag