Licht als mystieke ervaring, was een idee dat in de tijd van de Gotiek veel voorkwam. Het had te maken met ideeën uit de theologie over schoonheid. Hierover werd door verschillende scholastici geschreven. De gedachte hield het volgende in: Elk wezen is een klein licht dat de geest verlicht. Uiteindelijk, wanneer het licht steeds puurder wordt ( door hoger in de
hiërarchie te stijgen - dat kon men bereiken door Gods woord te volgen ) komt men steeds dichter bij het meest pure licht, en dat is God.
De glas in lood ramen illustreerden deze opvatting. Wanneer men naar een glas in lood raam keek, was men zich bewust van een onzichtbare bron ( de zon = God) die door het raam scheen, het verlichtte en het daardoor betekenis gaf.
De afbeeldingen die er op de glas in lood ramen te zien waren, waren ook weer bedoeld om de gelovigen kennis over
de bijbel aan te reiken.