2.4 Gotiek

2.4 Gotiek
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.4 Gotiek

Slide 1 - Tekstslide

In de Middeleeuwen ontstaat een stedelijke samenleving.
Wat is de nieuwe klasse?
A
Boeren
B
Adel
C
Geestelijken
D
(rijke) Burgers

Slide 2 - Quizvraag

Romaans
Gotiek
Rondbogen
Tongewelf
Muren zijn massief en dragend.
Steunberen
Kleine ramen
Spitsbogen
Verticaal
Horizontaal
Kruisribgewelf
Steunberen en luchtbogen
Skeletbouw
Opengewerkt
Pinakels

Slide 3 - Sleepvraag

In de Gotiek worden muren en ramen steeds vaker
onderverdeeld met decoratief maaswerk
(stenen versieringen en traceringen).
Wat wordt daardoor mogelijk gemaakt?

Slide 4 - Open vraag

Bouwloods (1140-1500)
In de Bouwloods werken Steenhouwers, timmermannen, schilders en andere werklui onder leiding van een bouwmeetser samen aan de bouw van een gotische kathedraal. Deze middeleeuwse manier van werken, met samenwerking van de verschillende ambachten, wordt eeuwen later als een ideaal gezien. 

Slide 5 - Tekstslide

Bauhaus (1919-1933)
Het Bauhaus ideaal is dat architectuur, schilderkunst en beeldhouwkunst samenwerken in één gebouw. (het bauhaus)
Volgens het leerling-gezel-meester wordt in het Bauhaus samengewerkt aan de bouwkunst van de toekomst.
Zie H4.4

Slide 6 - Tekstslide

Noem een belangrijk verschil in de materialen en technieken die in de Bouwloods en Bauhaus gebruikt worden.

Slide 7 - Open vraag

Gebrandschilderd
Glas in lood

Slide 8 - Sleepvraag

Abt Suger ontwikkelt in de Middeleeuwen een theorie over Goddelijk licht. Leg uit hoe de constructie van de kerk en glas in lood ramen bijdragen aan zijn theorie.

Slide 9 - Open vraag

Vroeg-gotisch
laat-gotisch

Slide 10 - Tekstslide

3 verschillen tussen vroeg-gotische
en laat-gotische beeldhouwkunst.

Slide 11 - Woordweb

Duccio: Maria en kind in majesteit. Altaarstuk van tempera op hout.
(Gotiek)
Duccio di Buoninsegna: Maria en kind in majesteit

Slide 12 - Tekstslide

Maria en kind van Duccio is een voorbeeld
van vroeg-gotische kunst.
Waar kan je dat aan zien?
A
De verhoudingen zijn symbolisch en het werk lijkt ruimtelijk dmv stapeling.
B
Er wordt geschilderd met ei-tempera ipv olieverf.
C
Het is een altaarstuk.
D
Duccio heeft zich laten inspireren door een byzantijns icoon.

Slide 13 - Quizvraag

Jan van Eijck: Lam Gods. Altaarstuk vam olieverf op hout.
(Vlaamse primitieven) 

Slide 14 - Tekstslide

Waar staat dit Lam Gods symbool voor?

Slide 15 - Open vraag

De Vlaamse primitieven vallen tussen de hooggotiek en de Renaissance in.
Waarom is dat?
A
Vlaanderen ligt tussen Nederland en Frankrijk in.
B
Ze werken voor het eerst met olieverf ipv tempera.
C
Het werk wordt voor het eerst gesigneerd.
D
Het werk is eenvoudig.

Slide 16 - Quizvraag

Duccio: detail Maria en kind
(tempera op doek)
van Eijck: detail Lam Gods
(olieverf op hout)

Slide 17 - Tekstslide

Noem vijf voordelen van het werken met olieverf ipv eitempera.

Slide 18 - Open vraag