Theme 2 - Grammar 4 - Future

Theme 2 - Grammar 4 - Future
Will
To be going to
Present Continuous
Present Simple
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Theme 2 - Grammar 4 - Future
Will
To be going to
Present Continuous
Present Simple

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Will (not)+ hele werkwoord
1. Als je iets aanbiedt
2. Als je iets aankondigt
3. Als je iets beloofd
4. Als je iets besluit
5. Als je iets voorspelt, maar je hebt er GEEN bewijs voor.

Slide 3 - Tekstslide

Als je iets aanbiedt of beloofd
Voorbeeld:
I will repair your bike this afternoon.
My father will pick me up
He will give you a spare key tomorrow.

Slide 4 - Tekstslide

Als je iets aankondigt
Voorbeeld:
The kids will perform a play next week!
Your favourite program will start in an hour. 

Slide 5 - Tekstslide

Als je iets besluit
Voorbeeld:
My daughter will not go to that party alone!
We will buy that house when we have saved enough money.

Slide 6 - Tekstslide

Als je iets voorspelt maar GEEN bewijs hebt!

Voorbeeld:
I think we will win the lottery this time.
Jordan will become famous one day.

Slide 7 - Tekstslide

To be going to + hele ww
1. Als je een plan hebt gemaakt, wat nog NIET vast staat
2. Als je iets voorspelt, en je hebt er WEL bewijs voor!

Slide 8 - Tekstslide

Een plan dat NIET vast staat
Voorbeeld:
We are going to visit the Globe in London.
I am going to call him later this week.

Slide 9 - Tekstslide

Voorspellingen MET bewijs
Voorbeeld:
They are going to win, look at that score!
The sun isn't going to show itself today, the sky is so dark!

Slide 10 - Tekstslide

Present Continuous
Hoe?
Am/is/are + werkwoord + ing

1. Als je een plan hebt gemaakt waarvan plaats en/of tijd al vaststaan. (Een agenda afspraak.)

Slide 11 - Tekstslide

Bij een plan dat vaststaat
Voorbeeld:
1. I am flying to Canada with my friend tomorrow!
2. My parents are going out for dinner tonight.

Slide 12 - Tekstslide

Present Simple
1. Bij vaststaande gebeurtenissen die onderdeel zijn van een rooster of schema.

Slide 13 - Tekstslide

Schema's en roosters
Voorbeeld:
My train leaves in 2 minutes!
The store closes at 5 pm, I'd better run!
What time does your class finish?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Bij een belofte gebruik ik...
A
to be going to
B
present simple
C
will
D
present continuous

Slide 16 - Quizvraag

Bij een voorspelling zonder bewijs gebruik ik...
A
to be going to
B
present simple
C
will
D
present continuous

Slide 17 - Quizvraag

Bij een agenda afspraak gebruik ik...
A
to be going to
B
present simple
C
will
D
present continuous

Slide 18 - Quizvraag

Bij een voorspelling met bewijs gebruik ik...
A
to be going to
B
present simple
C
will
D
present continuous

Slide 19 - Quizvraag

Bij een vaststaand schema gebruik ik...
A
to be going to
B
present simple
C
will
D
present continuous

Slide 20 - Quizvraag

Bij een aankondiging gebruik ik...
A
to be going to
B
present simple
C
will
D
present continuous

Slide 21 - Quizvraag

Wat is fout?
A
I am meeting Sara in an hour
B
I will pay the rent tonight
C
Look at those clouds, it will definitely rain!
D
We won't take a dog!

Slide 22 - Quizvraag

De present continuous gebruik je voor schema's en openingstijden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

To be going to gebruik je om aan te geven dat je bewijs hebt voor je voorspelling.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Will of won't + hele werkwoord gebruik je om iets te beloven
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Vertaal:
Kijk! Het gaat snel regenen!

Slide 26 - Open vraag

Vertaal:
Ik zal bij je blijven.

Slide 27 - Open vraag

Vertaal:
Mijn vlucht vertrekt over een uur.

Slide 28 - Open vraag

I can't climb this tree.
- Don't worry. I ... help you.
A
will
B
shall
C
am going to
D
be going to

Slide 29 - Quizvraag

They have made a decision. They ... lose weight next year.
A
will
B
will going to
C
will going
D
are going to

Slide 30 - Quizvraag

Hey! The phone is ringing.
- All right. ... take it.
A
I am going to
B
I will
C
I'll
D
I shall

Slide 31 - Quizvraag

Where are you going?
- We ... play basketball.
A
will
B
are going to
C
going to
D
don't

Slide 32 - Quizvraag

Look at those clouds. I'm sure it ... .
A
will rain
B
is raining
C
rains
D
is going to rain

Slide 33 - Quizvraag