3V chapitre 5

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

L'imparfait
Vandaag herhalen we de imparfait en krijgen jullie uitleg over het bijwoord in het Frans.
Volgende week het SO over 5ABCD

Slide 2 - Tekstslide

Het gebruik
De imparfait (de onvoltooid verleden tijd) gebruik je om te vertellen hoe iets was of om te vertellen over gewoontes uit het verleden.
Quand j'étais petite je lisais toujours des livres. 
De passé composé (voltooid tegenwoordige tijd) gebruik je voor acties in het verleden.
Mon oncle et ma tante ont déménagé  l'année dernière.

Slide 3 - Tekstslide

Passé composé of Imparfait?
Autrefois (=vroeger) Leonard _____ à Paris.
A
habitait
B
a habité

Slide 4 - Quizvraag

Passé composé of Imparfait?
Il ______ toujours très sportif.
A
a été
B
était

Slide 5 - Quizvraag

Passé composé of Imparfait?
Il _____ à faire du snow-board à l'âge de cinq ans.
A
a commencé
B
commençait

Slide 6 - Quizvraag

De vorming
Stap 1: Neem de nous-vorm van de tegenwoordige tijd (le présent). Bijvoorbeeld: vouloir --> Nous voulons
Stap 2: Haal de -ons weg om de stam over te houden: voulons   
Stap 3: Zet de uitgangen achter de stam

Slide 7 - Tekstslide

Combineer de personen met de juiste uitgangen (imparfait+condiotionnel)
-ais
-ais
- ait
- ions
- iez
-aient
Je
Tu
il/elle/on
Nous
Vous
Ils / elles

Slide 8 - Sleepvraag

Maak de "imparfait-stam" van het werkwoord: assister

Slide 9 - Open vraag

Maak de "imparfait-stam" van het werkwoord: choisir

Slide 10 - Open vraag

Maak de "imparfait-stam" van het werkwoord: faire

Slide 11 - Open vraag

Nous (imparfait) ___
A
avons
B
avions
C
aivons
D
avoins

Slide 12 - Quizvraag

vous (avoir, imparfait)
A
avions
B
avez
C
aviez
D
avons

Slide 13 - Quizvraag

Imparfait
Welke vorm is GEEN imparfait?
A
C'était
B
Nous chantons
C
Il y avait
D
Je voulais

Slide 14 - Quizvraag

Être
Let op! De "imparfait-stam" van het werkwoord être is onregelmatig: ét
De uitgangen zijn wel hetzelfde

Slide 15 - Tekstslide

Être
Imparfait

Slide 16 - Woordweb

Zet de volgende zin in de imparfait:
Je suis une fille nerveuse.

Slide 17 - Open vraag

Zet de volgende zin in de imparfait

Nous écoutons la musique dans ma
chambre.

Slide 18 - Open vraag

Zet de volgende zin in de imparfait
Il y a un concert de Maitre Gims.

Slide 19 - Open vraag

Zet de volgende zin in de imparfait:
C'est formidable!

Slide 20 - Open vraag

L'adverbe

Slide 21 - Tekstslide

L'adverbe
Het bijwoord zegt iets over een:
  • werkwoord: beaucoup de jeunes vont régulièrement au cinéma
  • bijvoeglijk naamwoord: Le groupe était très sympa.
  • een ander bijwoord: Il roule trop vite.
  • hele zin: Finalement, elle trouve une maison de disques.

Slide 22 - Tekstslide

Waarover geeft het bijwoord meer informatie?
La semaine dernière, la chanteuse était très malade.
A
werkwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
ander bijwoord
D
hele zin

Slide 23 - Quizvraag

Waarover geeft het bijwoord meer informatie?
Maintenant elle va vraiment mieux.
A
werkwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
ander bijwoord
D
hele zin

Slide 24 - Quizvraag

Waarover geeft het bijwoord meer informatie?
Les journaux ont immédiatement communiqué la bonne nouvelle.
A
werkwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
ander bijwoord
D
hele zin

Slide 25 - Quizvraag

Waarover geeft het bijwoord meer informatie?
Heureusement, le concert n'a pas été annulé.
A
werkwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
ander bijwoord
D
hele zin

Slide 26 - Quizvraag

Vorm van het bijwoord
Regel: bijvoeglijk naamwoord + -ment

Eindigt de mannelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord op een klinker? Zet er dan -ment achter: Vrai - Vraiment

Eindigt de mannelijk vorm van het bijvoeglijk naamwoord op een medeklinker. Maak het bijvoeglijk naamwoord eerst vrouwelijk en zet er dan -ment achter: direct - directe - directement

Slide 27 - Tekstslide

Maak van het bijvoeglijk naamwoord een bijwoord: doux

Slide 28 - Open vraag

Maak van het bijvoeglijk naamwoord een bijwoord: sauvage

Slide 29 - Open vraag

Maak van het bijvoeglijk naamwoord een bijwoord: actif

Slide 30 - Open vraag

Maak van het bijvoeglijk naamwoord een bijwoord: lent

Slide 31 - Open vraag

Maak van het bijvoeglijk naamwoord een bijwoord: sérieux

Slide 32 - Open vraag

Onregelmatige vormen
Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben een onregelmatige vorm voor het bijwoord.

Slide 33 - Tekstslide

bon
meilleur
mauvais
gentil
long
rapide
gentiment
vite/rapidement
mieux
bien
longtemps/longuement
mal
lang
goed, lekker
beter, lekkerder
snel
slecht
aardig, vriendelijk

Slide 34 - Sleepvraag