Nederlands - Taalverzorging 3F - Zij, hen, hun - Pleonasme etc.

Welkom in de les Nederlands
voor de
2e jaars februariklassen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les Nederlands
voor de
2e jaars februariklassen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Dit is een onderwerp uit
GPS Taalverzorging 3F Grammatica
(dat was het huiswerk voor deze week) 

Slide 3 - Tekstslide

Wij hebben minstens zoveel gedaan als.......
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 4 - Quizvraag

Wat weten....nou helemaal van jongeren?
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 5 - Quizvraag

Ze gaf......een klap.
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 6 - Quizvraag

Met......gaat het prima.
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 7 - Quizvraag

Ik feliciteerde.......uitbundig.
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 8 - Quizvraag

Julia helpt......met het ontwerpen van de kleding.
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 9 - Quizvraag

Ik praat nooit meer met........
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 10 - Quizvraag

Mijn broer kan niet zo goed voetballen als...........
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 11 - Quizvraag

Nadat ze een fikse boete hadden gekregen, fietsten.......nooit meer op het troittoir.
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 12 - Quizvraag

Ik heb het .....nog zo gezegd.
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 13 - Quizvraag

Ik wil graag een boodschap voor........achterlaten.
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 14 - Quizvraag

Ineens liet de clown........erg schrikken.
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Begrijpen jullie het nu?
Ja
Nee

Slide 17 - Poll

Contaminatie Pleonasme, Tautologie 
(Dat zijn de onderwerpen van Stijl 1, die je moet maken voor de volgende les)

Slide 18 - Tekstslide

Wat betekenen die woorden?
(Ongeveer mag ook)
Waar hebben ze mee te maken?

Slide 19 - Woordweb

Contaminatie
Een onjuiste samentrekking van twee uitdrukkingen
Voorbeeld
Deze jas kost duur.
Dat is een samentrekking van 'de jas is duur' en 'de jas kost veel geld' 

Slide 20 - Tekstslide

Pleonasme en Tautologie:
Twee stijlfiguren die overtollig woordgebruik aanduiden.
De één op een andere manier dan de ander.

Slide 21 - Tekstslide

Pleonasme

De cirkel is rond, het groene gras, het rode bloed stroomde uit zijn vinger.
In deze voorbeelden bevat het zelfstandig naamwoord al de betekenis van het bijvoeglijk naamwoord; alles cirkels zijn rond, al het bloed is rood, bomen zijn van hout etc.

Slide 22 - Tekstslide

Tautologie 
Open en bloot, gratis en voor niets, nooit of te nimmer, vast en zeker.
Hier zeggen twee verschillende woorden hetzelfde; en is het dus dubbelop.
(Kijk de video en maak Taalverzorging 3F Stijl 1)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video