Ontdek de kracht van stijlfiguren!

Ontdek de kracht van stijlfiguren!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ontdek de kracht van stijlfiguren!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Ontdek de betekenis en toepassing van stijlfiguren in teksten en leer hoe je ze kunt herkennen en gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over stijlfiguren?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn stijlfiguren?
Stijlfiguren zijn taalkundige trucjes die schrijvers gebruiken om hun tekst krachtiger, expressiever en overtuigender te maken.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eufemisme
Een eufemisme is een verzachtende uitdrukking voor iets dat als onaangenaam of ongepast wordt beschouwd. Bijvoorbeeld: 'Hij is van ons heengegaan' in plaats van 'Hij is overleden'.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overdrijving
Overdrijving is het sterk aandikken van iets om een bepaald effect te bereiken. Bijvoorbeeld: 'Ik heb duizend keer gezegd dat je dat niet moest doen.'

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Understatement
Een understatement is het tegenovergestelde van overdrijving, waarbij de werkelijke betekenis van iets afgezwakt wordt. Bijvoorbeeld: 'Dat was niet echt een succes.' na een totale mislukking.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ironie
Ironie is een stijlfiguur waarbij je het tegenovergestelde zegt van wat je eigenlijk bedoelt, vaak met een humoristische of sarcastische ondertoon.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sarcasme
Sarcasme is een bijtende vorm van spot waarbij het tegenovergestelde van wat je bedoelt wordt gezegd. Bijvoorbeeld: 'Wat een geweldige dag' als het regent.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quizvragen
Test je kennis over stijlfiguren met quizvragen en oefen zinnen waarin de stijlfiguren eufemisme, overdrijving, understatement, ironie en sarcasme voorkomen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleepvragen
Sleep de juiste stijlfiguur naar de bijbehorende zin en versterk zo je begrip van de toepassing van stijlfiguren.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassing
Pas de geleerde stijlfiguren toe in je eigen schrijfopdrachten en merk het verschil in impact en expressie.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Bekijk en analyseer voorbeelden van stijlfiguren in bekende teksten om hun effect in de praktijk te begrijpen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Creativiteit
Laat je creativiteit de vrije loop en bedenk nieuwe zinnen met stijlfiguren om je schrijfvaardigheden te versterken.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Vat de belangrijkste punten van de les samen en bevestig je begrip van stijlfiguren.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Evalueer wat je hebt geleerd over stijlfiguren en denk na over hoe je ze in je eigen schrijfwerk kunt toepassen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde van de les
Bedankt voor je deelname! Ga zelf aan de slag met stijlfiguren en ontdek hun kracht in je eigen schrijfwerk.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.