Heengaan, naar een betere wereld gaan, verscheiden, inslapen, ontslapen, de ogen sluiten, de weg van alle vlees gaan, de grote reis aanvaarden, het moede hoofd neerleggen (voor: ‘doodgaan’ of ‘sterven’);
Baanloos, inactief, werkzoekend, niet betrokken bij het arbeidsgebeuren (voor: ‘werkloos’);
De liefde bedrijven met, het doen met, naar bed gaan met, slapen met, vrijen met, het bed delen met (voor: ‘paren’ of ‘coïteren’).