Thema 2, week 1 Les 1a, Bewegen sport en spel

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

lesdoel
Ik leer twaalf woorden over Bewegen, sport en spel.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

actief
     als je veel doet of beweegt.


Op vakantie ben ik graag actief en zwem, fiets of wandel. Ik zit liever niet de hele dag stil.

Slide 4 - Tekstslide

de conditie
hoe fit je bent


De conditie van mijn opa en oma is erg goed. Ze renen elke dag in het park.

Slide 5 - Tekstslide

de deelname
     het meedoen aan iets, bijvoorbeeld een wedstrijd

Mijn deelname aan de avondvierdaagse was leuk omdat ik een medaille heb gekregen.

Slide 6 - Tekstslide

de score bijhouden
     vastleggen hoeveel punten er worden behaald in een wedstrijd

De scheidsrechter houdt de score bij tijdens de voetbalwedstrijd.

Slide 7 - Tekstslide

de finish
   een lijn die aangeeft waar het eindpunt is van een wedstrijd

Deze autocoureur kwam als eerste over de finish.

Slide 8 - Tekstslide

de intekenlijst
   een lijst waarop je je naam zet als je mee wilt doen
Ik heb mijn naam gezet op de intekenlijst voor de sponsorloop. Het geld dat ik ermee verdien gaat naar een goed doel.

Slide 9 - Tekstslide

de mountainbike
een stevige fiets waarmee je over onverharde paden kunt fietsen.


De naam mountainbike komt uit het Engels.
Mountain betekent berg en bike betekent fiets.

Slide 10 - Tekstslide

het racket
  een voorwerp waarmee je een bal of een shuttle slaat

Een racket gebruik je bij tennis, maar ook bij badminton en squashen.

Slide 11 - Tekstslide

scoren
punten maken in een wedstrijd

Ajax scoort een prachtig doelpunt.

Slide 12 - Tekstslide

de stick
     een voorwerp in de vorm van een staaf om een bal mee weg te slaan

Bij verschillende sporten wordt een stick gebruikt, ook bij ijshockey.

Slide 13 - Tekstslide

voorbij flitsen
     heel snel ergens langs komen

Bij de Tour de France wordt er zo snel gefietst dat ze het publiek voorbij flitsen.

Slide 14 - Tekstslide

zich ergens voor opgeven
laten weten dat je ergens aan meedoet of bij bent

Ik heb mij opgegeven voor het schoolvoetbal toernooi.

Slide 15 - Tekstslide

aan het werk
 Thema 2, week 1
Les 1a

Alle opgaven maken.
Klaar: plussen

Slide 16 - Tekstslide